ECLI:NL:RBSGR:2001:AD6891
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van klemmende redenen van humanitaire aard in asielaanvraag van Bosnische vluchtelingen
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 15 juni 2001 uitspraak gedaan in een asielprocedure van eisers, A en B, van Bosnische nationaliteit, die een herhaalde aanvraag om een verblijfsvergunning asiel hebben ingediend. De rechtbank beoordeelt of verweerder, de Staatssecretaris van Justitie, terecht heeft geoordeeld dat er geen klemmende redenen van humanitaire aard aanwezig zijn die het voor eisers onmogelijk maken om terug te keren naar Bosnië. Eiseres heeft gesteld dat zij jarenlang ernstig is beledigd en bedreigd vanwege haar Servische afkomst, wat volgens haar valt onder traumatische ervaringen die in aanmerking komen voor asiel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de door eiseres gestelde gebeurtenissen niet voldoen aan de definitie van marteling zoals vastgelegd in internationale verdragen, maar dat de ernstige bedreigingen en beledigingen mogelijk wel onder 'ernstige mishandeling' kunnen vallen. De rechtbank concludeert dat verweerder onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de psychische en lichamelijke klachten van eiseres, die voortkomen uit haar ervaringen in Bosnië. Hierdoor is de beschikking van verweerder onzorgvuldig tot stand gekomen. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt de eerdere beschikkingen van verweerder en bepaalt dat deze opnieuw op de aanvragen moet beslissen, met inachtneming van de uitspraak. Tevens wordt verweerder veroordeeld in de proceskosten van eisers.