ECLI:NL:RBSGR:2001:AD6900
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G. Blomsma
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van Nigeriaanse eiseres en toepassing van het traumatabeleid
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 25 april 2001 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Nigeriaanse eiseres. De eiseres had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, waarbij zij zich beroept op het traumatabeleid zoals neergelegd in de Tussentijdse Bericht Vreemdelingencirculaire (TBV) 2001/2. De rechtbank diende te beoordelen of de aanvraag van eiseres, die getuige was van de gewelddadige dood van haar ouders, terecht was afgewezen door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). De rechtbank oordeelde dat de zesmaandentermijn, die in het traumatabeleid is vastgesteld, niet als contra-indicatie moet worden gezien, maar als een omkering van de bewijslastverdeling. Dit betekent dat de mogelijkheid van verblijfsaanvaarding op grond van het traumatabeleid ook na het verstrijken van deze termijn open blijft, mits de eiseres kan aantonen dat er een causaal verband bestaat tussen de traumatische gebeurtenissen en haar vertrek uit Nigeria.
De rechtbank concludeerde dat de IND de aanvraag van eiseres ten onrechte had afgewezen, omdat niet was vastgesteld dat eiseres niet onder één van de in artikel 29 van de Vreemdelingenwet 2000 genoemde categorieën viel. De rechtbank oordeelde dat er nader onderzoek naar de psychische gesteldheid van eiseres nodig was, gezien haar emotionele toestand tijdens de hoorzittingen. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de beschikking van de IND en droeg de IND op om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens werd de IND veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van eiseres.