ECLI:NL:RBSGR:2001:AD7108
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- A.A.F. Donders
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van staatloos Palestijn uit Gaza in AC-procedure
In deze zaak gaat het om een staatloos Palestijn afkomstig uit Gaza die een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel heeft ingediend. De aanvraag is op 14 augustus 2001 ingediend, maar op 17 augustus 2001 afgewezen in het kader van de AC-procedure, die voorziet in een snelle afdoening van asielaanvragen. De verzoeker heeft op 18 augustus 2001 beroep ingesteld tegen deze afwijzing en verzocht om een voorlopige voorziening om zijn uitzetting te verbieden totdat op het beroep was beslist. De openbare behandeling van het geschil vond plaats op 28 augustus 2001, waarbij zowel de verzoeker als de verweerder hun standpunten hebben toegelicht.
De president van de rechtbank heeft geoordeeld dat de verzoeker niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij terugkeer naar Gaza te vrezen heeft voor vervolging of schending van artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De president heeft vastgesteld dat de situatie in Gaza niet zodanig is gewijzigd dat de beschikbare bronnen, waaronder rapporten van Human Rights Watch en het US State Department, niet meer toereikend zijn om de aanvraag te beoordelen. De president heeft de afwijzing van de aanvraag in de AC-procedure terecht geacht en het beroep ongegrond verklaard. Het verzoek om een voorlopige voorziening is afgewezen, en er zijn geen proceskosten aan een van de partijen opgelegd.
De uitspraak is gedaan door de fungerend president A.A.F. Donders en is openbaar uitgesproken op 30 augustus 2001. De partijen hebben de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij de Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak, binnen een week na verzending van de uitspraak.