ECLI:NL:RBSGR:2001:AD7291

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
7 december 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
01/1481
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • J.S.W. Holtrop
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over huurovereenkomst en ontruiming van het Houtrustcomplex te 's-Gravenhage

In deze zaak, die op 7 december 2001 werd behandeld, vorderde J.S., handelende onder de naam Houtrust catering, dat de gemeente Den Haag de nutsvoorzieningen in het Houtrustcomplex zou aansluiten en hen zou verbieden het gehuurde te slopen zolang de huurovereenkomst met Heineken voortduurde. J.S. had een huurovereenkomst met Heineken voor het gebruik van bedrijfsruimten in het Houtrustcomplex, die tot 1 januari 2006 liep. De gemeente had echter besloten tot sloop van het complex, wat leidde tot een geschil over de beëindiging van de huurovereenkomst en de ontruiming van het pand.

De gemeente had op 5 december 2001 alle nutsvoorzieningen afgesloten, wat J.S. als onrechtmatig beschouwde, aangezien er nog geen overeenstemming was bereikt over de beëindiging van de huurovereenkomst. J.S. voerde aan dat hij de keuken van het complex nodig had voor zijn cateringverplichtingen en dat de gemeente niet eenzijdig de huurvoorwaarden kon wijzigen. De gemeente stelde dat J.S. de huurovereenkomst voortijdig moest beëindigen en dat de afsluiting van de nutsvoorzieningen noodzakelijk was voor de sloop van het complex.

De rechtbank oordeelde dat de gemeente onterecht de nutsvoorzieningen had afgesloten en dat J.S. recht had op gebruik van de keuken tot de overeengekomen beëindigingsdatum van de huurovereenkomst. De gemeente werd veroordeeld om de nutsvoorzieningen opnieuw aan te sluiten en het slopen van het gehuurde te verbieden tot 5 januari 2002. J.S. werd ook verplicht om het gehuurde uiterlijk op die datum te ontruimen. De proceskosten werden gecompenseerd, aangezien beide partijen gedeeltelijk in het ongelijk waren gesteld.

Uitspraak

ARRONDISSEMENTSRECHTBANK 's-GRAVENHAGE
Sector Civiel Recht - President
Vonnis in kort geding van 7 december 2001,
gewezen in de zaak met rolnummer KG 01/1481 van:
J.S, handelende onder de naam Houtrust catering,
wonende te 's-Gravenhage
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
procureur mr. A.H. Westendorp,
tegen:
de gemeente Den Haag (Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn)
gevestigd te 's-Gravenhage,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
procureur mr. W. Taekema.
Partijen zullen hieronder worden aangeduid als "J.S." en "de gemeente".
1.Het procesverloop
Ter terechtzitting van 7 december 2001 heeft J.S. gesteld en gevorderd overeenkomstig de dagvaarding. De gemeente heeft verweer gevoerd en geconcludeerd tot weigering van de gevraagde voorziening. Tevens heeft de gemeente een eis in reconventie ingesteld. J.S. heeft daartegen verweer gevoerd. Spoedshalve is het vonnis op 7 december 2001 mondeling uitgesproken. Het onderstaande vormt daarvan de schriftelijke weergave.
2. De feiten
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 7 december 2001 wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
- Op grond van een huurovereenkomst van 6 december 1996 huurt Heineken van de gemeente met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 1994 bedrijfsruimten in het Houtrustcomplex. Deze huurovereenkomst loopt tot 1 januari 2006.
- J.S. huurt deze bedrijfsruimten van Heineken op grond van een huurovereenkomst van 6 december 1996 met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 1994. Deze huurovereenkomst loopt eveneens tot 1 januari 2006.
- De gemeente heeft op last van de bouwinspectie in juni 1999 besloten het Houtrustcomplex te sluiten. Bij gemeenteraadsbesluit van 9 maart 2000 is besloten tot sloop van het complex. De sloopvergunning is verleend op 7 september 2001.
- J.S. heeft tegen de verlening van de sloopvergunning bezwaar gemaakt. Hierop is nog niet beslist.
- Heineken is bereid aan een tussentijdse beëindiging van de huurovereenkomst mee te werken indien en zodra de gemeente met J.S. overeenstemming heeft bereikt over de beëindiging van de (onder) huur met J.S. voor wat betreft de aan hem te betalen vergoeding.
- Bij brief van 15 november 2001 heeft J.S. via zijn advocaat laten weten alsnog akkoord te gaan met het door de gemeente aangeboden bedrag van f 1.000.000,--. In diezelfde brief wordt gezegd dat J.S. ervan uitgaat dat hij nog enige tijd gebruik kan maken van de keuken van het Houtrustcompex die hij nodig heeft om onder andere reeds aangegane verplichtingen na te kunnen komen.
- In antwoord hierop heeft de gemeente J.S. bij brief van 22 november 2001 als volgt bericht: "Hiermee bevestig ik de ontvangst van bovengenoemde brief waarbij u namens cliënt akkoord gaat met het door de gemeente aangeboden bedrag van f 1.000.000,-- als schadevergoeding wegens de voortijdige beëindiging van de tussen uw cliënt en Heineken bestaande huurovereenkomst. Dit bedrag zal op een door Heineken aan te geven wijze worden uitbetaald zodra van laatstgenoemde een schriftelijke bevestiging is ontvangen dat de huurovereenkomst tussen Heineken en de gemeente inzake Houtrust Sport met ingang van 28 november 2001 is geëindigd en het bezwaarschrift van uw cliënt tegen de verleende sloopvergunning is ingetrokken. Onmiddellijk na de beëindiging van de huur zal het complex worden gesloopt. Dit houdt in dat uw cliënt uiterlijk op voornoemde datum het gehuurde moet hebben ontruimd en verlaten. (…)".
- Bij brief van 30 november 2001 heeft de gemeente J.S. bericht dat alle nutsvoorzieningen naar verwachting op 5 december 2001 zullen worden afgesloten.
- Bij brief van 3 december 2001 heeft J.S. via zijn advocaat bericht daarmee niet akkoord te gaan aangezien hij, nu nog niet is voldaan aan de voorwaarden dat de huurovereenkomst tussen Heineken en de gemeente is beëindigd en evenmin het bezwaarschrift tegen het verlenen van de sloopvergunning is ingetrokken, mocht verwachten dat hij de keuken van het complex nog mocht gebruiken teneinde zijn reeds aangegane cateringverplichtingen na te kunnen komen.
- De gemeente heeft zich in antwoord daarop bij brief van 3 december 2001 op het standpunt gesteld dat de huurovereenkomst met Heineken op 29 november 2001 is geëindigd. J.S. wordt derhalve gesommeerd om voor 5 december 2001 het gehuurde te ontruimen.
- J.S. heeft hieraan geen gevolg gegeven.
- Op 5 december 2001 heeft de gemeente alle nutsvoorzieningen van het Houtrustcomplex afgesloten.
- J.S. heeft tot en met februari 2002 cateringverplichtingen.
2. De vordering, de gronden daarvoor en het verweer
In conventie:
J.S. vordert, na wijziging van eis, -zakelijk weergegeven- de gemeente, op straffe van een dwangsom, te veroordelen na betekening van dit vonnis de nutsvoorzieningen in het Houtrustcomplex aan te sluiten en de gemeente te verbieden het door J.S. gehuurde te slopen, zolang de huurovereenkomst voortduurt en zolang niet is beslist op het door J.S. ingediende bezwaarschrift tegen de sloopvergunning.
Daartoe voert J.S. het volgende aan.
De huurovereenkomst tussen Heineken en J.S. is nog niet beëindigd. Voorts loopt er nog een bezwaarschriftprocedure terzake van de verleende sloopvergunning. Bij schrijven van 15 november 2001 heeft de raadsman van J.S. aangegeven de hem aangeboden schadevergoeding te accepteren en ervan uit te gaan dat hij nog enige tijd de keuken van de Houtrust Hal kon gebruiken. Gedaagde heeft deze keuken nodig teneinde aan zijn verplichtingen uit de lopende cateringovereenkomsten te kunnen voldoen. Door de nutsvoorzieningen af te sluiten handelt de gemeente onrechtmatig jegens hem.
De gemeente voert gemotiveerd verweer dat hierna, voorzover nodig, zal worden besproken.
In reconventie:
De gemeente vordert -zakelijk weergegeven- J.S., op straffe van een dwangsom, te bevelen binnen 24 uur na betekening van dit vonnis de door hem gebruikte ruimten van het Houtrustcomplex met de zijnen en het zijne te ontruimen.
Daartoe voert de gemeente aan dat langdurige onderhandelingen met J.S. hebben plaatsgevonden. Daarbij heeft de gemeente telkens aangegeven dat zij een groot belang had bij ontruiming op korte termijn, waarbij de gemeente het oog had op 1 oktober 2001. De gemeente heeft uiteindelijk een exorbitant hoge schadevergoeding aan J.S. geboden, mits J.S. op korte termijn zou ontruimen. J.S. probeert tegen de afspraak in de datum van ontruiming telkens te rekken. De afsluiting van nutsvoorzieningen is nodig omdat op grond van veiligheidsvoorschriften de sloop pas daarna kan plaatsvinden. De sloop dient op korte termijn plaats te vinden omdat op de plaats van het Houtrustcomplex nieuwe sportvelden dienen te worden aangelegd en ingezaaid en deze voor de aanvang van de competitie bespeelbaar moeten zijn.
J.S. voert gemotiveerd verweer dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken.
3. De beoordeling van het geschil
In conventie:
3.1. Vaststaat dat partijen een door de gemeente te betalen uitkoopbedrag zijn overeengekomen en dat J.S. het door hem gehuurde voortijdig zal verlaten. Partijen verschillen echter van mening over het tijdstip waarop dit dient of had dienen te gebeuren. Als gevolg daarvan zijn partijen het oneens of de gemeente op goede gronden tot de afsluiting van de nutsvoorzieningen heeft kunnen overgaan.
3.2. Uit de overgelegde correspondentie blijkt dat partijen het erover eens zijn dat J.S. het door hem van Heineken gehuurde voortijdig zal verlaten. Op 15 november 2001 hebben partijen daarbij overeenstemming bereikt over het bedrag dat daarmee gemoeid gaat. Uit de stukken is echter niet gebleken dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de datum waarop J.S. het Houtrustcomplex diende te verlaten en ontruimen.
3.3. In de brief van 15 november 2001 heeft J.S. expliciet aangegeven dat hij de keuken van het complex "nog enige tijd" wenste te gebruiken voor zijn cateringwerkzaamheden. Hieruit kan worden afgeleid dat ten aanzien van de precieze einddatum van de huurovereenkomst nog geen overeenstemming bestond tussen partijen. De brief van de gemeente van 3 december 2001 maakt dit niet anders. De gemeente stelt daarin dat het huurcontract tussen Heineken en de gemeente op 29 december 2001 is geëindigd en dat de gemeente J.S. bij brief van 22 november jl. heeft opgedragen om uiterlijk op 28 november 2001 te ontruimen. Dit wijst er veeleer op dat de gemeente eenzijdig deze datum heeft bepaald, zonder dat daarover uitdrukkelijk overeenstemming bestond. J.S. mocht er daarom op vertrouwen dat hij, zolang niet volledige overeenstemming bereikt was over de datum waarop hij zou vertrekken, de keuken mocht gebruiken ten behoeve van zijn werkzaamheden.
3.4. Op grond van het vorenstaande is de afsluiting van de nutsvoorzieningen door de gemeente voorbarig en dient de vordering van J.S. tot heraansluiting te worden toegewezen als na te melden.
Teneinde tevens recht te doen aan de belangen van de gemeente zal, nu partijen het erover eens zijn dat de huurovereenkomst op korte termijn zal moeten zijn beëindigd, bepaald worden dat deze op 5 januari 2002 eindigt. De gemeente zal verboden worden voordien tot sloop van het gehuurde over te gaan. De gevorderde dwangsom zal worden gematigd en gemaximeerd. Nu deze vordering zal worden toegewezen heeft J.S. geen belang meer bij zijn vordering de sloop van het complex te verbieden zolang niet is beslist op het door J.S. ingediende bezwaarschrift. Die vordering zal derhalve worden afgewezen.
De gemeente heeft ter zitting aangegeven -wegens de spoedeisendheid van de onderhavige kwestie- geen behoefte te hebben aan betekening van een vonnis.
In reconventie:
3.5. Het voorgaande brengt met zich dat de vordering tot ontruiming zal worden toegewezen met dien verstande dat de datum waarop ontruimd zal moeten zijn bepaald wordt op 5 januari 2002. De gevorderde dwangsom zal worden gematigd en gemaximeerd.
In conventie en reconventie:
3.6. De proceskosten zullen worden gecompenseerd op de gebruikelijke wijze nu partijen over en weer gedeeltelijk in het ongelijk gesteld te beschouwen zijn.
4. De beslissing
De President:
In conventie:
Veroordeelt de gemeente de nutsvoorzieningen in het Houtrust complex opnieuw aan te sluiten, uiterlijk op 10 december 2001 om 12.00 uur.
Verbiedt de gemeente het door J.S. gehuurde te slopen zolang de huurovereenkomst voortduurt, tot uiterlijk 5 januari 2002.
Bepaalt dat, indien de gemeente in gebreke blijft aan dit vonnis te voldoen, de gemeente een dwangsom verbeurt van f 10.000,-- per dag met een maximum van f 50.000,--.
Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Wijst af het meer of anders gevorderde.
In reconventie:
Veroordeelt J.S. na betekening van dit vonnis de door hem gebruikte ruimten in het Houtrustcomplex uiterlijk op 5 januari 2002 met de zijnen en het zijne te ontruimen.
Bepaalt dat, indien J.S. in gebreke blijft aan dit vonnis te voldoen, hij een dwangsom verbeurt van f 10.000,-- per dag met een maximum van
f 250.000,--.
Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Wijst af het meer of anders gevorderde.
In conventie en reconventie:
Bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.S.W. Holtrop en uitgesproken ter openbare zitting van 7 december 2001 in tegenwoordigheid van de griffier.
svw