ECLI:NL:RBSGR:2001:AD7446
Rechtbank 's-Gravenhage
- Kort geding
- M.D.J. van Reenen - Stroebel
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de president in kort geding inzake gemeentelijke herindeling en grensbeschrijving
In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, hebben de gemeenten Rijswijk en Leidschendam (eiseressen) een vordering ingesteld tegen de Staat der Nederlanden (gedaagde) naar aanleiding van een besluit van 18 september 2001, waarin de gewijzigde gemeentegrenzen van Den Haag zijn vastgesteld. Eiseressen hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit, dat volgens hen in strijd is met de Wet algemene regels herindeling. De president heeft op 5 december 2001 de behandeling van de verzoeken om voorlopige voorziening en de civielrechtelijke procedures gehoord. Eiseressen vorderen dat het besluit van 18 september 2001 wordt herroepen en dat de gemeentegrenzen opnieuw worden vastgesteld conform hun bepleiten. Ze stellen dat de grensbeschrijving niet overeenkomt met de wettelijke kaart en dat dit een onrechtmatige daad oplevert.
De gedaagde, de Staat der Nederlanden, heeft betoogd dat het besluit een algemeen verbindend voorschrift is, waartegen geen bezwaar mogelijk is. De president heeft echter geoordeeld dat het besluit geen avv is, maar een besluit van algemene strekking, wat betekent dat er wel degelijk beroep en bezwaar mogelijk is. Hierdoor is de president bevoegd om van het verzoek om voorlopige voorziening kennis te nemen. De president heeft uiteindelijk besloten zich onbevoegd te verklaren, omdat er een rechtsgang openstaat tegen het besluit van 18 september 2001. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, aangezien de kort gedingprocedure het gevolg was van de aankondiging van gedaagde om een ontvankelijkheidsverweer te voeren in de bestuursrechtelijke procedure.