a. [gedaagde1] en [gedaagde2] zijn op [trouwdatum] met elkaar gehuwd. Zij bewonen de woning gelegen aan de [adres] te [woonplaats] (hierna: de woning).
b. Op 23 juli 2001 hebben [gedaagde1] en [gedaagde2] makelaar [betrokkene], werkzaam bij [betrokkene] Makelaardij, (hierna : de makelaar) opdracht gegeven de woning te verkopen. De vraagprijs is bepaald op ƒ 645.000,- kosten koper.
c. Op 9 september 2001 heeft [gedaagde1] de woning onder kavelnummer [nummer] op de internetsite www .ricardo.nl (hierna: ricardo) geplaatst. De tekst luidt onder meer als volgt:
"Huis te koop in [woonplaats], voor, achter en zij tuin, balkon aan de
huiskamer, met grote inpandige garage , zeer grote zolderslaapkamer met
dakkapellen, drie slaapkamers en luxe badkamer. Vlak bij strand en zee , 10
minuten fietsen. F645000 Meer info? Info @[betrokkene]makelaardij.nl"
Ricardo is een website die door de besloten vennootschap Ricardo.nl B.V.wordt geëxploiteerd. Via ricardo is het mogelijk producten door middel van een zelf te organiseren veiling op internet te verkopen. Op die veiling zijn de algemene voorwaarden ricardo.nl (hierna : de algemene voorwaarden) van toepassing. Artikel 6.3 van de algemene voorwaarden luidt als volgt :
"(…) Bindend Bod
Uitgebrachte biedingen zijn in alle Veilingen bindend. Dit betekent dat het uitbrengen van een bod in een Veiling via uw Ricardo account (door u of door een ander die uw account gebruikt) niet kan worden ingetrokken en dat u daardoor rechtsgeldig bent gebonden. Als uw bod succesvol is, komt automatisch een overeenkomst tot stand tussen u en de Verkoper op het moment dat de Veiling sluit."
d. Op 10 september 2001 heeft [eiser] via ricardo een bod van ƒ 325.325,- op de woning met kavelnummer [nummer] uitgebracht.
e. Bij e-mail van 19 september 2001 heeft ricardo [eiser] bericht dat hij de hoogste bieder is op de woning.
f. Bij e-mail van 22 september 2001 heeft [eiser] als volgt aan [gedaagde1] bericht :
"(…) Zoals u op 19-09-2001 van Ricardo heeft vernomen blijk ik de hoogste bieder op uw kavel te zijn.
Graag zal ik het e.e.a. omtrent de afwikkeling met u afstemmen. Wilt u daarom uw telefoonnummer opgeven + de tijdstippen waarop u bereikbaar bent?
(…)"
g. Bij e-mail van 23 september 2001 heeft [gedaagde1] [eiser] daarop geantwoord :
"(…) Graag was ik tot een overeenkomst gekomen omtrendt de verkoop van de kavel, ware het niet dat het bedrag niet overeenkomt met mijn aangegeven bedrag. (…)"
h. Bij brief van 26 september 2001 heeft de advocaat van [gedaagde1] en [gedaagde2] [eiser] meegedeeld dat zijn bod -gezien de vraagprijs- volstrekt onvoldoende is als gevolg waarvan er over de verkoop van de woning geen wilsovereenstemming tussen [eiser] enerzijds en [gedaagde1] en [gedaagde2] anderzijds bestaat.
i. Bij e-mail van 30 september 2001 heeft [eiser] daarop onder meer als volgt geantwoord :
"De koopsom is tot stand gekomen middels veiling per opbod en voldoet geheel aan de vereisten als gesteld door verkoper (…).
Voorts hebben verkopers mij telefonisch benaderd met het verzoek om ontbinding van de tot stand gekomen overeenkomst.
Op een later moment heb ik verkopers medegedeeld (…) geen heil te zien in ontbinding."
j. Op 8 november 2001 heeft [eiser] na daartoe verkregen verlof van de president van deze rechtbank ten laste van [gedaagde1] conservatoir beslag tot levering gelegd op de (onverdeelde helft van) de woning.
k. Bij brief van 10 december 2001 heeft de advocaat van [gedaagde1] en [gedaagde2] onder meer als volgt aan de advocaat van [eiser] bericht :
"(…) voorzover ooit in rechte mocht worden vastgesteld dat sprake is van een geldige overeenkomst inzake de verkoop van de echtelijke woning aan uw cliënt roept mevrouw [gedaagde2] de nietigheid van deze verkoop in nu zij geen toestemming voor deze verkoop heeft gegeven. (…)"