ECLI:NL:RBSGR:2001:AE6849
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Dettmeijer-Vermeulen
- K. Kramer
- A. van der Putten-Göbbels
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechter-commissaris in strafzaak
In deze zaak heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank 's-Gravenhage op 5 november 2001 een verzoek tot wraking van de rechter-commissaris behandeld. Het verzoekschrift, ingediend op 29 oktober 2001, was gemotiveerd en betrof de onpartijdigheid van de rechter-commissaris die belast was met de behandeling van strafzaken. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn raadsman mr. W.H. Jebbink, was niet aanwezig tijdens de zitting, terwijl de rechter-commissaris niet in de wraking berustte en schriftelijk toelichting had gegeven.
De rechtbank heeft de processtukken en het wrakingsverzoek bestudeerd. De raadsman voerde aan dat er feiten en omstandigheden waren die de onpartijdigheid van de rechter-commissaris in twijfel trokken. De rechtbank benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De rechtbank oordeelde dat de door de raadsman aangevoerde gronden niet voldoende waren om het wrakingsverzoek te onderbouwen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek tot wraking afgewezen, omdat er geen zwaarwegende aanwijzingen waren voor partijdigheid van de rechter-commissaris. De beslissing werd genomen in het kader van artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering, dat de mogelijkheid biedt om een rechter te wraken, maar niet bedoeld is als een hoger beroep tegen inhoudelijke beslissingen van de rechter-commissaris. De beschikking werd op 5 november 2001 gegeven.