ECLI:NL:RBSGR:2001:BX1700
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.A.C. van Rossum
- Rechtspraak.nl
Schuldwijziging versus objectieve schuldvernieuwing in hypothecaire geldlening
In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank 's-Gravenhage, stond de vraag centraal of er sprake was van een schuldwijziging of een objectieve schuldvernieuwing in het kader van een hypothecaire geldlening. De eiseres, Stichting V.B. Vagobel, had een vordering ingesteld tegen ING Vastgoed Financiering N.V. over de rechtsgeldigheid van een hypotheekrecht op een erfpacht. Vagobel stelde dat de oorspronkelijke geldleningsovereenkomst en het bijbehorende hypotheekrecht waren vervallen door de expiratie van de lening en de daaropvolgende verstrekking van een annuïteitenlening door ING aan Onniré Projectontwikkeling B.V. De rechtbank heeft de stukken van het geding bestudeerd, waaronder de overeenkomsten en correspondentie tussen partijen, en heeft vastgesteld dat de partijen niet de intentie hadden om een nieuwe verbintenis aan te gaan, maar dat de annuïteitenlening een verlenging van de oorspronkelijke lening was. Dit leidde de rechtbank tot de conclusie dat er sprake was van een schuldwijziging en niet van een objectieve schuldvernieuwing. De rechtbank oordeelde dat het recht van eerste hypotheek van ING op de erfpacht niet was komen te vervallen en dat Vagobel aansprakelijk bleef voor de verplichtingen uit de hoofdelijkheidsakte. De vorderingen van Vagobel werden afgewezen, terwijl de reconventionele vordering van ING werd toegewezen, waarbij Vagobel werd veroordeeld tot betaling van een aanzienlijk bedrag aan ING, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.