ECLI:NL:RBSGR:2002:AD8474

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
21 januari 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
KG 01/1478
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • R.J. Paris
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verplichting tot behoud van de Europese hamster en maatregelen ter bescherming

In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank 's-Gravenhage, ging het om een kort geding dat op 21 januari 2002 werd uitgesproken. Eiseres, de Vereniging Das & Boom, had de Staat der Nederlanden (Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij) aangeklaagd vanwege het niet tijdig nemen van maatregelen ter bescherming van de Europese hamster, een met uitsterven bedreigde diersoort. Eiseres vorderde dat gedaagde zou zorgen voor een duurzaam hamsterleefgebied van minimaal 30 hectare, met voldoende voedsel en dekking, en dat de vergoeding voor beheersovereenkomsten zou worden verhoogd.

De rechtbank stelde vast dat gedaagde op grond van internationale verdragen verplicht was om maatregelen te treffen voor de instandhouding van de Europese hamster. Eiseres had herhaaldelijk aangedrongen op actie, maar gedaagde had tot dat moment geen geschikte uitzetlocatie kunnen realiseren. De rechtbank oordeelde dat er uiterlijk op 15 april 2002 circa 50 gefokte hamsters moesten worden uitgezet, en dat gedaagde moest onderbouwen dat er voldoende grond beschikbaar was voor dit doel.

De president van de rechtbank bepaalde dat gedaagde in de gelegenheid werd gesteld om nadere informatie te verstrekken over de inzaai van gewassen en de tijdige levering van de benodigde grond. De behandeling van de zaak werd aangehouden tot 9 februari 2002, waarbij partijen de gelegenheid kregen om schriftelijk te reageren op elkaars uitlatingen. De uitspraak benadrukte de noodzaak van adequate maatregelen ter bescherming van de hamster en de verantwoordelijkheden van de overheid in dit proces.

Uitspraak

RECHTBANK 's-GRAVENHAGE
sector civiel recht - president
Vonnis in kort geding van 21 januari 2002 (bij vervroeging),
gewezen in de zaak met rolnummer KG 01/1478 van:
de vereniging Vereniging Das & Boom,
gevestigd te Beek-Ubbergen,
eiseres,
procureur mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt,
advocaat mr. J.A.M. van der Velden te Rotterdam,
tegen:
de Staat der Nederlanden (Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij),
zetelende te 's-Gravenhage,
gedaagde,
procureur mr. J.H. Geerdink.
1. De feiten
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 15 januari 2002 wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
- Gedaagde is op grond van het Verdrag Biologische Diversiteit, de Conventie van Bern en de EU-Habitatrichtlijn verplicht maatregelen te treffen op het gebied van behoud van biodiversiteit en bescherming van in het wild voorkomende soorten en hun habitats.
- De Europese hamster (cricetus cricetus), een in Nederland met uitsterven bedreigde diersoort, behoort tot de streng beschermde diersoorten en verdient middels maatregelen strikte bescherming in hun natuurlijke verspreidingsgebied.
- Vanaf 1996 heeft eiseres, die zich het belang aantrekt van bedreigde diersoorten, gedaagde verzocht over te gaan tot het nemen van maatregelen om te voorkomen dat de hamster in Nederland zal uitsterven.
- In 1999 heeft gedaagde het Beschermingsplan hamster 2000-2004 vastgesteld. Daarin zijn maatregelen voor de korte zowel als voor de lange termijn opgenomen. Hiertoe behoren een noodopvang van hamsters, het opstarten van een fokprogramma en de realisering van 11 kernleefgebieden.
- Onder toezicht van Diergaarde Blijdorp wordt op twee locaties (in de Diergaarde te Rotterdam en bij eiseres in Beek-Ubbergen) het fokprogramma uitgevoerd met de voor dat doel in het najaar van 1999 in Limburg 15 gevangen hamsters. Inmiddels zijn vele tientallen hamsters in gevangenschap geboren.
- Volgens het Beschermingsplan hebben de 11 geplande kernleefgebieden, waartoe onder andere Sibbe, Amby en Heer behoren, ieder een oppervlakte van ongeveer 45 ha en worden zij in aparte zoekgebieden gerealiseerd. In totaal zal 500 ha akkerland voor hamsters geschikt worden gemaakt. Uitgangspunt is de inzet van 150 ha reservaatsgebied door aankopen van akkers en 350 ha beheersgebied door het met agrariërs afsluiten van zesjarige beheersovereenkomsten. Op grond van dergelijke overeenkomsten moeten de agrariërs een hamstervriendelijk beheer voeren, waarvoor zij een vergoeding van thans ƒ 4.000,--(€ 1.815,--) per ha per jaar ontvangen.
De Begeleidingsgroep Fok en Uitzet Hamster heeft in het uitzetprotocol van januari 2001 aan gedaagde als uitzetlocatie geadviseerd een minimale oppervlakte van ongeveer 30 hectare, zoveel mogelijk aaneengesloten en optimaal ingericht duurzaam leefgebied, waarbij binnen een termijn van 1-1,5 jaar het aantal van 40-45 ha kan worden gegarandeerd. Bovendien moet het uitzetgebied in voldoende mate voorzien in dekking en voedsel.
- Ondanks het advies van de Begeleidingsgroep om voor het eerst in het voorjaar van 2001 uit te zetten is daarvan afgezien vanwege het ontbreken van een geschikte uitzetlocatie.
- Bij brief van 10 september 2001 heeft gedaagde eiseres medegedeeld, dat nu versterkt wordt ingezet op aankoop en uitruil van gronden, teneinde een kernleefgebied van voldoende omvang voor het uitzetten van hamsters uit het fokprogramma in 2002 te verkrijgen.
- Uiterlijk op 15 april 2002 dienen ongeveer 50 gefokte hamsters te worden uitgezet.
2. De vordering, de gronden daarvoor en het verweer
Eiseres vordert - zakelijk weergegeven - gedaagde te gebieden om:
1. alles te doen wat redelijkerwijs nodig is om er voor te zorgen dat er uiterlijk op 15 april 2002 een aaneengesloten, duurzaam veiliggesteld hamsterleefgebied van tenminste 30 hectare met voldoende voedsel en dekking beschikbaar zal zijn;
2. de vergoeding voor een beheersovereenkomst met hamsterpakket van
ƒ 4.000,-- per hectare per jaar substantieel te verhogen, althans al hetgeen te doen wat noodzakelijk is om op de kortst mogelijke termijn tot een dergelijke verhoging over te kunnen gaan en zulks vervolgens ook te doen zodra dit mogelijk is;
3. in onderhandeling te treden met de eigenaren van de daartoe in aanmerking komende gronden teneinde die gronden in eigendom, erfpacht of pacht te verkrijgen dan wel met hen beheersovereenkomsten met hamsterpakket te kunnen afsluiten.
Daartoe voert eiseres met name het volgende aan.
Ongeveer 50 gefokte hamsters dienen uiterlijk op 15 april a.s., derhalve ná de winterslaap en vóór de voortplantingsperiode, uitgezet te worden, maar gedaagde heeft, ondanks veelvuldig aandringen van zowel eiseres als Diergaarde Blijdorp, nog steeds niet gezorgd voor een geschikte uitzetlocatie. Gedaagde moet de voorwaarden scheppen om alsnog tijdig een geschikte locatie te verwezenlijken.
Eiseres betwijfelt of op de locatie Sibbe minimaal 30 ha hamsterleefgebied is veiliggesteld. Bovendien is dat gebied niet van voldoende voedsel en dekking voorzien nu op een gedeelte daarvan slechts wintergraan voor de normale agrarische productie is gezaaid en het in het voorjaar inzaaien van luzerne en zomergraan dit jaar geen oplossing meer biedt.
In Amby en Heer zijn wel kernen (van circa 17 resp.12 ha) van een duurzaam veiliggesteld niet optimaal maar wel redelijk voor de hamster ingericht leefgebied aanwezig. Echter die kernen zullen tot de vereiste minimumomvang van 30 ha moeten worden uitgebreid. Gedaagde moet de beheersvergoeding verhogen en zal een marktconforme vergoeding moeten aanbieden anders zullen de agrariërs geen beheersovereenkomsten met hamsterpakket meer met gedaagde willen afsluiten. De huidige vergoeding is volstrekt onvoldoende om de kosten te dekken.
Gedaagde handelt onrechtmatig jegens eiseres door er niet voor te zorgen dat er tijdig een geschikte uitzetlocatie beschikbaar is.
Gedaagde voert als volgt verweer.
De locatie Sibbe is medio april 2002 geschikt voor de uitzetting van 50 hamsters. In dat kernleefgebied is thans 38,5 ha grond verworven; daarvan is 12 ha reeds eigendom van het Bureau Beheer Landbouwgronden en het Limburgs Landschap en de resterende 26,5 ha zal ruim voor medio april worden geleverd. Van dat gebied is 20,5 ha ingezaaid met wintergraan en in het voorjaar zal op de geschikte resterende eigendom een mengsel van zomergraan en luzerne worden gezaaid. Voor zover dat nodig mocht zijn dan zullen de hamsters ongeveer een maand bijgevoerd worden.
Met betrekking tot Amby is 17 ha aangekocht c.q. wordt hamstervriendelijk beheerd en er zijn onderhandelingen gaande over nog eens 65 ha.
Binnen het kerngebied Heer is ca. 45 ha in handen van een waterleidingbedrijf en op dat gebied wordt een voor de hamsters gunstig beheer gevoerd. Daarnaast worden er in dat gebied onderhandelingen met een agrariër gevoerd over beheersovereenkomsten. Echter de voorkeur gaat niet uit naar Heer nu daar al hamsters voorkomen.
Gedaagde doet er alles aan om de hamster in Nederland te behouden. Hij heeft agrariërs actief benaderd over de aankoop en uitruil van gronden, heeft extra middelen ter beschikking gesteld waardoor boven de marktprijs geboden kon worden, heeft gronden verworven en meerjarige beheersovereenkomsten gesloten en hij gaat daarmee nog steeds door. Bovendien heeft gedaagde onlangs een nieuwe berekening voor de vaststelling van de vergoeding voor het hamsterbeheerpakket voor 2002 ter goedkeuring aan de Europese Commissie voorgelegd.
3. De beoordeling van het geschil
3.1. Gedaagde is verplicht maatregelen te treffen voor de instandhouding van de Europese hamster in Nederland. Tot die maatregelen behoort het realiseren van kernleefgebieden, geschikt voor het uitzetten van de gefokte hamsters.
Vaststaat, dat uiterlijk per 15 april 2002 circa 50 gefokte hamsters in een dergelijk gebied moeten kunnen worden uitgezet.
3.2. Gedaagde is van mening, dat hij met de locatie Sibbe heeft voldaan aan zijn verplichting om een tenminste 30 ha groot, duurzaam hamsterleefgebied met voldoende voedsel en dekking te creëren.
3.3. Eiseres betwijfelt of er op die locatie tijdig minimaal 30 ha hamsterkernleefgebied is veiliggesteld nu gedaagde wel heeft aangevoerd, maar
- ondanks verzoek van eiseres om nadere informatie over de betreffende percelen- niet heeft onderbouwd dat gedaagde daadwerkelijk 26,5 ha, waarvan 20,5 ha ingezaaid met wintergraan, vóór medio april 2002 geleverd zal krijgen.
3.4. Indien de grootte van het gebied voldoet aan de vereiste minimale omvang dan komt, naast de vraag of dat gebied voldoende voeding biedt, aan de orde de vraag of dat gebied voldoende dekking kan bieden voor de uit te zetten hamsters.
Volgens gedaagde zal het wintergraan medio april 2002 een hoogte van ca. 30 tot 50 cm bereikt hebben en biedt een dergelijke hoogte voldoende dekking.
Eiseres is daarentegen van mening, dat bedoeld gebied onvoldoende dekking zal bieden. Zij stelt dat, indien al wintergraan is ingezaaid, de lengte in april slechts tussen de 10 en 30 cm kan zijn en beroept zich daarvoor op een door DLV Adviesgroep N.V. aan haar gezonden brief 26 oktober 2001, welke brief als productie ter zitting is overgelegd. De inhoud van deze brief is door gedaagde niet weersproken. Uit die brief blijkt dat voor de in april 2002 te bereiken lengte van wintergraan, afgezien van weersomstandigheden en bodemvruchtbaarheid, het soort gewas en zaaitijdstip van belang zijn.
3.5. Nu enerzijds onvoldoende duidelijk is wat de vereiste minimale hoogte van wintergraan moet zijn om van een voldoende dekking te kunnen spreken, terwijl anderzijds niet duidelijk is welke soort wintergraangewassen op welke tijdstippen zijn ingezaaid, is er aanleiding partijen in de gelegenheid te stellen zich daar nader over uit te laten.
Gedaagde zal tevens in de gelegenheid gesteld worden zijn stelling aangaande de tijdige levering van de grond nader te onderbouwen (zier hiervoor onder 3.3.) alsmede of er intussen in kernleefgebieden meer grond in eigendom is verworven cq. ten aanzien van meer grond beheersovereenkomsten zijn gesloten en zo ja over die percelen na te melden nadere informatie te verstrekken..
3.6. Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.
4. De beslissing
De president:
Bepaalt dat eiseres in de gelegenheid wordt gesteld uiterlijk op 1 februari 2002 de president en gedaagde te informeren over de vereiste minimale hoogte van (wintergraan)gewassen om van een voldoende dekking voor de uit te zetten hamsters te kunnen spreken.
Bepaalt dat gedaagde in de gelegenheid wordt gesteld uiterlijk op 1 februari 2002 de president en gedaagde te informeren over welke gewassen op welke tijdstippen in het kernleefgebied Sibbe zijn ingezaaid, alsmede zijn stelling aangaande de tijdige levering van 26,5 ha grond in het kernleefgebied Sibbe - derhalve vóór medio april 2002 - nader te onderbouwen.
Tevens wordt gedaagde in de gelegenheid gesteld uiterlijk op 1 februari 2002 zich jegens de president en gedaagde uit te laten of er intussen meer percelen in kernleefgebieden zijn verworven cq ten aanzien van meer percelen in kernleefgebieden beheersovereenkomsten met hamsterpakket zijn afgesloten, en zo ja gegevens te verstrekken over waar die percelen zijn gelegen, de omvang van die percelen en welke gewassen (als ook de medio april 2002 te verwachten hoogte) daarop verbouwd worden.
Bepaalt dat partijen de gelegenheid krijgen om uiterlijk op 8 februari 2002 schriftelijk (aan de president en in afschrift aan de wederpartij) te reageren op de hiervoor bedoelde uitlatingen van de wederpartij.
Houdt de behandeling van de zaak aan tot zaterdag 9 februari 2002 pro forma.
Houdt iedere verdere beslissing aan, terwijl eerst nadat eindvonnis in deze zaak zal zijn gewezen, hoger beroep kan worden ingesteld.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J. Paris en uitgesproken ter openbare zitting van 21 januari 2002 (bij vervroeging) in tegenwoordigheid van de griffier.
jvdl