ECLI:NL:RBSGR:2002:AE0288

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
11 maart 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
KG 02/279
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • R.J. Paris
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot teruggave van in beslag genomen administratieve bescheiden in kort geding

In deze zaak, gewezen door de Rechtbank 's-Gravenhage op 11 maart 2002, betreft het een kort geding waarin de eiseres, ADC Applied Dredging Consultancy B.V., een vordering heeft ingesteld tegen de gedaagde. De eiseres vordert de teruggave van administratieve bescheiden die door het openbaar ministerie in beslag zijn genomen en ten onrechte aan de gedaagde zijn teruggegeven. De achtergrond van de zaak ligt in een civiele procedure waarin eiseres gedaagde beschuldigt van onrechtmatige onttrekking van gelden, met een vordering tot terugbetaling van meer dan 2 miljoen gulden. Eiseres stelt dat de gedaagde en zijn broer betrokken zijn bij verduistering en dat de administratie cruciaal is voor haar bewijspositie in de lopende civiele procedures.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dozen met in beslag genomen administratie, die aan gedaagde zijn afgegeven, ten onrechte aan hem zijn teruggegeven. De officier van justitie had opdracht gegeven om deze stukken aan eiseres terug te geven, maar door een administratieve fout zijn ze aan gedaagde meegegeven. De rechtbank oordeelt dat eiseres recht heeft op de teruggave van de bescheiden, aangezien deze essentieel zijn voor haar verdediging in de civiele procedure. De voorzieningenrechter heeft de vordering van eiseres toegewezen en gedaagde veroordeeld om binnen 24 uur na betekening van het vonnis de bescheiden aan eiseres af te geven, op straffe van een dwangsom van € 100.000,- per dag tot een maximum van € 1.000.000,-.

Daarnaast is gedaagde veroordeeld in de kosten van het geding, die zijn begroot op € 973,56. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK 's-GRAVENHAGE
sector civiel recht - voorzieningenrechter
Vonnis in kort geding van 11 maart 2002,
gewezen in de zaak met rolnummer KG 02/279 van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ADC Applied Dredging Consultancy B.V.,
gevestigd te 's-Gravenhage,
eiseres,
procureur mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt,
advocaat mr. M.P. Wolf te Breda,
tegen:
[gedaagde],
[adres]
gedaagde,
procureur mr. A.P. Visser.
1. De feiten
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 1 maart 2002 wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
- Eiseres is verwikkeld in een civiele procedure tegen gedaagde bij deze rechtbank (onder rolnummer 97/3932). Voorts zijn een tweetal procedures (onder de rolnummer 97/587 en 97/1378) bij deze rechtbank aanhangig tussen eiseres en de broer van gedaagde, de voormalige administrateur van eiseres.
- In de procedure tussen eiseres en gedaagde vordert eiseres terugbetaling van een bedrag van ruim ƒ 2.000.000,- uit hoofde van vermeende onrechtmatige onttrekking van gelden van eiseres door gedaagde. Op 13 oktober 1999 is door de rechtbank een tussenvonnis gewezen, waarbij aan eiseres een bewijsopdracht is gegeven ter zake van de door haar gestelde fraudes door gedaagde.
- Zowel tegen gedaagde als tegen de broer van gedaagde is een strafrechtelijk onderzoek geopend. De zaken worden behandeld ter zitting van 4 maart 2002 van de meervoudige strafkamer van deze rechtbank.
- Tijdens het strafrechtelijk onderzoek zijn de met het onderzoek belaste rechercheurs gestuit op verduisterde administratie van eiseres bij de vriendin van gedaagde. De aangetroffen administratie is door de officier van justitie in strafrechtelijk beslag genomen.
- Zowel gedaagde als de vriendin van gedaagde hebben op 17 mei 1999 een klaagschrift ingediend om de inbeslaggenomen administratie terug te krijgen.
- De behandeling van de klaagschriften in raadkamer van de rechtbank heeft op 9 augustus 1999 plaatsgevonden. Het onderzoek in raadkamer is geschorst en de zaak is vervolgens opnieuw behandeld op 15 november 1999. Bij beschikking van 29 november 1999 heeft deze rechtbank het klaagschrift van gedaagde gedeeltelijk gegrond verklaard en de teruggave gelast van de administratieve bescheiden als aangegeven op de aan de beschikking gehechte bijlage V (hierna: bijlage inbeslaggenomen administratie Velpsestraat, aangehecht aan dit vonnis). Het klaagschrift van de vriendin van gedaagde is niet-ontvankelijk verklaard.
- De in beslag genomen administratie is in februari 2000 deels teruggegeven aan gedaagde.
- Bij beschikking van 27 november 2001 heeft de Hoge Raad het door gedaagde tegen voormelde beschikking ingestelde cassatieberoep verworpen.
- Bij brief van 21 februari 2002 heeft de officier van justitie aan eiseres medegedeeld dat de dozen 1 tot en met 5 met administratie per abuis in plaats van aan eiseres zijn teruggegeven aan gedaagde.
2. De vordering, de gronden daarvoor en het verweer
Eiseres vordert, na wijziging van eis, -zakelijk weergegeven- gedaagde te veroordelen om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis de aan haar toekomende administratieve bescheiden uit de dozen 1 tot en met 5, overeenkomstig de lijst van "in beslag genomen administratie Velpsestraat", aan haar terug te geven c.q. af te geven, op straffe van een dwangsom.
Daartoe voert eiseres het volgende aan.
Hoewel de officier van justitie uitdrukkelijk opdracht heeft gegeven om de administratieve bescheiden aan eiseres terug te geven, heeft de griffier van de rechtbank, belast met het beheer en de uitgifte van de in beslag genomen stukken, de opdracht van het parket onjuist ingevoerd in het systeem, hetgeen heeft geleid tot de teruggave van de stukken aan gedaagde. Gedaagde weigert thans de administratie af te geven aan eiseres. Daarmee handelt gedaagde onrechtmatig jegens eiseres en eiseres dreigt daar schade door te lijden. Gedaagde en zijn broer hebben deze administratie reeds eerder verduisterd en er blijk van gegeven deze stukken verborgen te willen houden voor eiseres. Eiseres heeft de administratie nodig om haar bewijspositie in de civiele procedures veilig te stellen en vreest dat gedaagde de administratie zal vernietigen om de bewijspositie van eiseres nadelig te beïnvloeden.
Gedaagde voert gemotiveerd verweer dat hierna, voorzover nodig, zal worden besproken.
3. De beoordeling van het geschil
3.1. Vaststaat dat de door het openbaar ministerie in beslag genomen dozen 1 tot en met 5 aan gedaagde zijn afgegeven. In een bijlage behorende bij het proces-verbaal en kennisgeving van inbeslagneming is de inhoud van de betreffende dozen aangegeven. De daarin aangegeven nummering van de bescheiden correspondeert met de nummering als vermeld op de bijlage inbeslaggenomen bescheiden Velpsestraat als aangehecht aan de beschikking van deze rechtbank, strafsector, van 29 november 1999 met kenmerk RK99/628 en 631.
Voor wat betreft de inhoud van de dozen 1 tot en met 5 dient van de juistheid van de bijlage te worden uitgegaan. Naar onweersproken is gebleven heeft de officier van justitie de in de betreffende dozen bevindende informatie voor de afgifte aan gedaagde nog geraadpleegd. Volgens de officier van justitie waren de dozen toen op orde. Bovendien is ter zitting erkend, althans niet weersproken dat gedaagde genoemde dozen in ontvangst heeft genomen en toen geen bezwaar heeft gemaakt tegen de opgegeven inhoud. Dat gedaagde thans betwist niet in het bezit te zijn van diverse bescheiden die wel aan hem afgegeven zijn, maakt een en ander niet anders.
3.2. Vaststaat tevens dat, blijkens de brief van 21 februari 2002 van de officier van justitie, de betreffende dozen volgens de instructie van het parket aan eiseres hadden dienen te worden teruggegeven maar bij vergissing aan gedaagde zijn meegegeven. Duidelijk is dus dat de afgifte aan gedaagde ten onrechte is geschied.
3.3. Het belang van eiseres bij afgifte van delen van de dozen 1 tot en met 5 aan haar volgt uit het feit dat haar administratie, waaronder de originelen van creditcardslips, zich in de betreffende dozen bevindt en in een lopende civiele procedure op eiseres de bewijslast rust ten aanzien van de door haar gestelde fraude door gedaagde.
3.4. Onder deze omstandigheden dient de vordering van eiseres te worden toegewezen. De gevorderde dwangsom zal worden gemaximeerd. Gedaagde zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van dit geding.
4. De beslissing
De voorzieningenrechter:
Veroordeelt gedaagde om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis de administratieve bescheiden uit de dozen 1 tot en met 5, overeenkomstig aangehechte lijst van "in beslag genomen administratie Velpsestraat" en de daarin in de kantlijn aangebrachte verdeling, aan eiseres af te geven.
Bepaalt dat gedaagde, indien hij in gebreke blijft aan bovenstaande veroordeling te voldoen, een dwangsom verbeurt van € 100.000,- per dag, zulks tot een maximum van € 1.000.000,-.
Veroordeelt gedaagde in de kosten van dit geding, tot dusverre aan de zijde van eiseres begroot op € 973,56, waarvan € 193,- aan griffierecht en € 77,56 aan dagvaardingskosten.
Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J. Paris en uitgesproken ter openbare zitting van 11 maart 2002 in tegenwoordigheid van de griffier.
svw