Eiser heeft het volgende -zakelijk weergegeven- aangevoerd.
Eisers gemachtigde verzoekt om opheffing van de bewaring, aangezien eiser op grond van artikel 94, tweede lid, van de Vw 2000 in persoon gehoord dient te worden en dat, nu eiser niet ter zitting is aangevoerd, niet meer tijdig kan gebeuren.
Voorts stelt gemachtigde van eiser dat de bewaring van aanvang af als onrechtmatig dient te worden aangemerkt. Er is sprake geweest van schending van het recht op rechtsbijstand aangezien eiser aangegeven heeft zijn advocaat bij het gehoor te willen hebben maar daartoe niet in de gelegenheid is gesteld. Het proces-verbaal bevat op dat punt onjuiste informatie.
Eiser is tijdens zijn strafrechtelijke detentie, op 13 februari 2002, reeds gehoord omtrent zijn identiteit. Overeenkomstig artikel 50 van de Vw 2000 rustte op verweerder de plicht om eisers gemachtigde in te lichten omtrent dit gehoor. Nu dit niet is gebeurd is eiser niet in staat gesteld om zich te laten bijstaan door zijn gemachtigde.
De maatregel van bewaring is niet ondertekend althans op de kopie die zich in het dossier bevindt is geen handtekening waarneembaar.
Verweerder handelt onvoldoende voortvarend met betrekking tot eisers uitzetting. Tijdens de strafrechtelijke detentie was voor verweerder reeds duidelijk dat eiser zou moeten worden uitgezet. Verweerder heeft onzorgvuldig gehandeld door er niet voor te zorgen dat eiser niet onmiddellijk of vrijwel onmiddellijk na zijn heenzending uit de strafrechtelijke detentie zou worden uitgezet naar Roemenië.
Verweerder heeft het volgende -zakelijk weergegeven- aangevoerd.
Met betrekking tot het feit dat eiser niet ter zitting kan worden gehoord refereert de gemachtigde van verweerder zich aan het oordeel van de rechtbank.
De stelling van gemachtigde van eiser omtrent de rechtsbijstand tijdens het gehoor treft geen doel nu uit het ambtsedig opgemaakt proces-verbaal blijkt, dat eiser heeft aangegeven geen advocaat te willen bij het gehoor maar wel later in de procedure.
Het gehoor op 13 februari 2002 is niet gelijk te stellen met een gehoor zoals plaatsvindt in het kader van artikel 50 van de Vw 2000 waardoor er geen algemeen recht op rechtsbijstand geldt.
De maatregel van bewaring is wel ondertekend, de kopie in het dossier is echter onduidelijk. De gemachtigde van verweerder verzoekt om een nadere termijn om alsnog een betere kopie van de maatregel van bewaring over te leggen.
Er is voldoende voortvarend gehandeld met betrekking tot het voorbereiden van eisers uitzetting. Op 25 februari 2002 is de laissez-passer aanvraag gezonden aan de Roemeense autoriteiten. Aangezien de Roemeense autoriteiten doorgaans op korte termijn laissez-passers verstrekken is er op 26 februari 2002 een vlucht voor eiser naar Roemenië aangevraagd.