ECLI:NL:RBSGR:2002:AE3141
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.A. Kalk
- Ch.M. Derijks
- O. van der Wind
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van seksuele handelingen met aangeefster
In de zaak voor de Rechtbank 's-Gravenhage, sector strafrecht, is op 23 mei 2002 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd bijgestaan door zijn raadsman mr. P.J.L.J. Duijsens. De officier van justitie, mr. A.T. van Nederpelt, had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk, en had daarnaast een vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding van € 20.000,- ingediend. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de verdachte van het hem ten laste gelegde feit dient te worden vrijgesproken.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er tussen de verdachte en de aangeefster meer heeft bestaan dan een zuiver zakelijke werkrelatie. Er zijn seksuele handelingen geweest tussen hen in de periode van 5 oktober 2001 tot Kerstmis 2001. Dit oordeel is gebaseerd op de aangifte van de aangeefster, het aantal privé-telefoontjes van de verdachte naar haar, en een bezoek van de verdachte aan de aangeefster. De rechtbank heeft echter geen wettig en overtuigend bewijs gevonden voor de specifieke seksuele handelingen die in de tenlastelegging zijn beschreven.
Bovendien heeft de rechtbank geoordeeld dat er geen bewijs is voor gedwongen seksuele handelingen, waarbij de verdachte zijn positie misbruikte. De rechtbank heeft ook overwogen dat de aangeefster in staat was om actie te ondernemen als zij zich onwel voelde in de werksituatie. Daarom heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging en het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven. De vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding is niet-ontvankelijk verklaard, aangezien er geen straf of maatregel aan de verdachte is opgelegd.