RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
SECTOR STRAFRECHT
MEERVOUDIGE KAMER
(VERKORT VONNIS)
parketnummer 09-900289/02
's-Gravenhage, 16 juli 2002
De rechtbank 's-Gravenhage, rechtdoende in strafzaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te Aruba (Nederlandse Antillen),
wonende te [woonplaats], M[adres]
thans gedetineerd in het Penitentiair Complex Scheveningen, unit 1, huis van bewaring, te 's-Gravenhage.
Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 2 juli 2002.
De verdachte, bijgestaan door de raadsvrouw mr Grabowski, is verschenen en gehoord.
De officier van justitie mr Baggerman heeft gevorderd dat verdachte terzake van het hem bij dagvaarding onder primair telastgelegde medeplegen van poging tot moord wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaar, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
De officier van justitie heeft voorts gevorderd dat het blijkens de Lijst van inbeslaggenomen, niet teruggegeven voorwerpen - hierna te noemen Beslaglijst, waarvan een fotokopie, gemerkt C, aan dit vonnis is gehecht - onder verdachte inbeslaggenomen voorwerp genummerd 1, te weten een pet, kleur rood, nylon, blauwe klep met witte letters 'Aruba', zal worden teruggegeven aan verdachte.
Aan verdachte is telastgelegd hetgeen is vermeld in de ingevoegde fotokopie van de dagvaarding, gemerkt A.
De rechtbank acht op grond van het onderzoek ter terechtzitting niet wettig en overtuigend bewezen het verdachte bij dagvaarding onder primair telastgelegde medeplegen van poging tot moord, zodat hij daarvan dient te worden vrijgesproken.
Door de voormelde inhoud van vorenstaande bewijsmiddelen staan de daarin genoemde feiten en omstandigheden vast en is de rechtbank op grond daarvan tot de overtuiging gekomen en acht zij wettig bewezen, dat verdachte het bij dagvaarding onder primair telastgelegde medeplegen van poging tot doodslag heeft begaan, met dien verstande, dat de rechtbank bewezen acht - en als hier ingelast beschouwt, zulks met verbetering van eventueel in de telastlegging voorkomende type- en taalfouten, zoals weergegeven in de bewezenverklaring, door welke verbetering verdachte niet in de verdediging is geschaad - de inhoud van de telastlegging, zoals deze is vermeld in de fotokopie daarvan, gemerkt B.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde en van de verdachte.
Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat het na te melden misdrijf oplevert.
Verdachte is deswege strafbaar, nu geen strafuitsluitingsgronden aannemelijk zijn geworden.
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden, waaronder het is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank overweegt voorts met betrekking tot de op te leggen onvoorwaardelijke gevangenisstraf als volgt.
Verdachte is, terwijl hij wist dat zijn mededader in een opgefokte stemming verkeerde - verdachte heeft zijn mededader horen zeggen dat hij het slachtoffer zou gaan doodmaken, afmaken, steken -, met zijn mededader(s) naar de woning van het slachtoffer gegaan. Verdachte heeft zelf een honkbalknuppel meegenomen. Verdachte heeft weliswaar niet gestoken maar hij heeft zich niet van het gebeuren gedistantieerd. Hij is mee naar binnen gegaan en heeft de huisraad kort en klein geslagen en ook het slachtoffer geslagen, in ieder geval met zijn vuisten. Verdachte heeft hierdoor mede een situatie gecreëerd waarin zijn mededader het slachtoffer uiteindelijk kon steken.
De rechtbank rekent verdachte dit agressieve en gewelddadige gedrag ernstig aan. Dergelijke feiten, bovendien gepleegd in de woning van het slachtoffer, zijn ontoelaatbaar en veroorzaken en versterken gevoelens van onrust en onvei-lig-heid, niet alleen bij de slachtoffers, maar ook in de maatschappij.
Blijkens een op zijn naam staand uittreksel uit het algemeen documentatieregister is verdachte eerder wegens geweldsdelicten tot onvoorwaardelijke gevangenisstraffen veroordeeld. De rechtbank houdt echter, in het voordeel van verdachte, rekening met het feit dat dit voor het laatst reeds een aantal jaren geleden is.
De rechtbank heeft voorts acht geslagen op het reclasseringsrapport d.d. 12 juni 2002 en de ter terechtzitting door verdachte getoonde stukken waaruit blijkt dat hij actief deelneemt aan een programma om van zijn drugsverslaving af te komen.
Gelet op het vorenstaande acht de rechtbank een gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden. De rechtbank merkt hierbij op dat zij, mede als stok achter de deur teneinde verdachte van het plegen van verdere strafbare feiten af te houden en verdachte een kans te geven zijn leven een wending ten goede te geven, een fors deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk zal opleggen, waarbij zij als bijzondere voorwaarde verplicht reclasseringscontact zal opleggen.
Inbeslaggenomen voorwerpen.
De rechtbank zal de teruggave aan verdachte gelasten van het blijkens de Beslaglijst inbeslaggenomen voorwerp genummerd 1, te weten een pet, kleur rood, nylon, blauwe klep met witte letters 'Aruba'.
De toepasselijke wetsartikelen.
De artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 45, 47 en 287 van het Wetboek van Strafrecht.
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het hem bij dagvaarding onder primair telastgelegde medeplegen van poging tot moord heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart in voege als overwogen wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte het bij dagvaarding onder primair telastgelegde medeplegen van poging tot doodslag heeft begaan en dat het bewezene uitmaakt:
MEDEPLEGEN VAN POGING TOT DOODSLAG;
verklaart het bewezene en verdachte deswege strafbaar;
veroordeelt verdachte te dier zake tot:
gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden;
bepaalt, dat een gedeelte van die straf, groot 10 maanden niet zal worden tenuitvoergelegd, zulks onder de algemene voorwaarde, dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op 2 jaar vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit en de bijzondere voorwaarde:
dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften hem te geven door of namens de Stichting Reclassering Nederland, arrondissement Den Haag, zolang die instelling zulks nodig acht, ook indien dat inhoudt deelname aan het programma (deeltijd)behandeling drugs van Psycho Medisch Centrum Parnassia;
geeft hierbij opdracht aan bovengenoemde reclasseringsinstelling krachtens het bepaalde bij artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht;
bepaalt, dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
in verzekering gesteld op : 10 april 2002,
in voorlopige hechtenis gesteld op : 12 april 2002.
gelast de teruggave aan verdachte van het blijkens de aan dit vonnis gehechte Beslaglijst inbeslaggenomen voorwerp genummerd 1, te weten een pet, kleur rood, nylon, blauwe klep met witte letters 'Aruba'.
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte bij dagvaarding meer of anders is telastgelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door
mrs Van Engelen, voorzitter,
Wien en Derijks, rechters,
in tegenwoordigheid van Rietbroek, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 16 juli 2002.