ECLI:NL:RBSGR:2002:AE6371
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H. Ollermann
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herhaalde asielaanvraag van Sudanese eiser op basis van gebrek aan nieuwe feiten
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 3 mei 2002 uitspraak gedaan in een bodemprocedure betreffende de herhaalde asielaanvraag van eiser, een Sudanese nationaliteit bezittende man. Eiser had op 25 oktober 2001 een herhaalde aanvraag ingediend, maar de rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van nieuwe feiten of gewijzigde omstandigheden die de afwijzing van de eerdere aanvragen konden rechtvaardigen. Eiser verbleef al meer dan viereneenhalf jaar in Nederland en had in die periode drie eerdere aanvragen ingediend, die allemaal waren afgewezen. De rechtbank concludeerde dat het niet aannemelijk was dat eiser niet op de hoogte was van de relevante feiten en omstandigheden die hij in zijn aanvraag naar voren had moeten brengen.
De rechtbank overwoog dat de stelling van eiser dat hij pas recentelijk op de hoogte was geraakt van oproepingen tot verschijning in zijn land van herkomst, niet geloofwaardig was. Eiser had eerder al documenten moeten overleggen ter ondersteuning van zijn asielrelaas, en het was onwaarschijnlijk dat hij jarenlang onwetend was gebleven van de situatie van zijn broer, die in detentie was. De rechtbank vond dat de eerdere besluiten van verweerder tot afwijzing van de asielaanvragen niet onmiskenbaar onjuist waren en dat er geen redenen waren om af te wijken van de toepassing van artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiser ongegrond, wat betekent dat de afwijzing van zijn herhaalde asielaanvraag door de Staatssecretaris van Justitie werd bevestigd. De rechtbank benadrukte dat de toetsing aan de rechtsregels had plaatsgevonden en dat er geen aanleiding was om de eerdere besluiten van verweerder te herzien. Eiser had de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.