ECLI:NL:RBSGR:2002:AE6827
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. von Maltzahn
- A. van Paridon
- J. Aarts
- Rechtspraak.nl
Wraking van de kantonrechter in een civiele procedure
In deze zaak heeft verzoekster, gevestigd te Lisse, een wrakingsverzoek ingediend tegen de kantonrechter te Leiden. Dit verzoek volgde op een civiele procedure waarin verzoekster door een vennootschap naar Duits recht was gedagvaard om te verschijnen voor de kantonrechter. De zaak betrof de betaling van buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. De kantonrechter had op 2 januari 2002 een tussenvonnis gewezen waarin verzoekster werd toegelaten om bewijs te leveren van een mondelinge overeenkomst die zou inhouden dat de incassokosten en rente niet op haar verhaald zouden worden.
Tijdens de behandeling van het wrakingsverzoek op 23 januari 2002, heeft de gemachtigde van verzoekster, [verzoeker], het verzoek toegelicht. De vennootschap [eiser hoofdzaak] heeft zich niet ter zitting laten vertegenwoordigen en refereerde zich aan het oordeel van de wrakingskamer. Verzoekster stelde dat de kantonrechter partijdig had gehandeld door haar een bewijsopdracht te geven zonder haar argumenten in overweging te nemen. Verzoekster beroept zich op een mondelinge overeenkomst die haar zou vrijwaren van betaling van de kosten.
De rechtbank heeft het wrakingsverzoek beoordeeld en geconcludeerd dat de vrees van verzoekster voor partijdigheid van de kantonrechter niet objectief gerechtvaardigd was. De rechtbank oordeelde dat de beslissing van de kantonrechter om een bewijsopdracht te geven niet duidde op partijdigheid, maar op de toepassing van rechtsregels. Het verzoek tot wraking werd afgewezen, en het proces in de hoofdzaak werd voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. Deze beschikking is op 30 januari 2002 gegeven door de rechters M. von Maltzahn, A. van Paridon en J. Aarts, in tegenwoordigheid van griffier mr. Gest.