ECLI:NL:RBSGR:2002:AE6841
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Mollee
- A. Kramer
- B. Bouritius
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechter in strafzaak met betrekking tot Kas-Associatie en Eureffect Stockbrokers
In deze beschikking van de Rechtbank 's-Gravenhage, gedateerd 31 mei 2002, wordt het wrakingsverzoek van verzoeker behandeld. Verzoeker heeft op 26 maart 2002 een verzoek tot wraking ingediend tegen een rechter van de rechtbank, naar aanleiding van een comparitie van partijen die op 9 januari 2002 heeft plaatsgevonden. Tijdens deze comparitie heeft verzoeker ervaren dat de gang van zaken hem zo heeft geschokt dat hij geen vertrouwen meer heeft in de onpartijdigheid van de rechter. Verzoeker heeft zijn ongenoegen geuit over de gang van zaken en de wijze waarop de rechter zich heeft uitgelaten over de tripartiete overeenkomst, wat hij als partijdig beschouwde.
De wrakingskamer heeft op 17 mei 2002 de zaak behandeld, waarbij verzoeker in persoon aanwezig was, bijgestaan door zijn advocaat. De rechter tegen wie het wrakingsverzoek was ingediend, is niet verschenen. De rechtbank overweegt dat de wrakingskamer bevoegd is om het verzoek te behandelen, ondanks het verzoek van verzoeker om de zaak naar een andere rechtbank te verwijzen. De rechtbank concludeert dat verzoeker niet ontvankelijk is in zijn verzoek, omdat het wrakingsverzoek niet tijdig is ingediend. De feiten en omstandigheden die verzoeker aanvoert, waren hem al eerder bekend, en hij heeft geen nieuwe gronden aangevoerd die een wraking zouden rechtvaardigen. De rechtbank besluit dat de procedure in de onderliggende zaken voortgezet kan worden in de stand waarin deze zich bevonden ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.