ECLI:NL:RBSGR:2002:AE7945

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
19 september 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
2.303
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • Holtrop
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot voorlopig getuigenverhoor inzake luchtaanvallen op de Federale Republiek Joegoslavië

In deze zaak hebben de verzoekers, bestaande uit 16 personen, op 1 mei 2002 een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank 's-Gravenhage met het verzoek om een voorlopig getuigenverhoor te bevelen. Dit verzoek is gedaan naar aanleiding van luchtaanvallen die in de nacht van 22 op 23 april 1999 en op 7 mei 1999 tegen de Federale Republiek Joegoslavië zijn uitgevoerd. De verzoekers zijn van mening dat de Staat der Nederlanden onrechtmatig heeft gehandeld jegens hen door deze luchtaanvallen, en zij zijn voornemens om een procedure te starten tegen de Staat om schadevergoeding te vorderen voor de geleden schade.

De Staat heeft op 2 september 2002 een verweerschrift ingediend, waarin hij concludeert tot afwijzing van het verzoek. De mondelinge behandeling vond plaats op 5 september 2002, waarbij de verzoekers werden vertegenwoordigd door hun advocaat, mr. N.M.P. Steijnen, en de Staat door procureur mr. G.J.H. Houtzagers.

De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de verzoekers 18 getuigen willen horen, maar dat het verzoekschrift, dat 48 pagina's beslaat, voldoende informatie bevat om de proceskansen van de verzoekers te kunnen inschatten. De rechtbank is van oordeel dat de verzoekers momenteel onvoldoende belang hebben bij het horen van een groot aantal getuigen, en dat een voorlopig getuigenverhoor in de omvang zoals door hen voorgesteld, nodeloos omslachtig en kostbaar zou zijn.

De rechtbank heeft daarom besloten het verzoek van de verzoekers tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor af te wijzen. Tevens zijn de verzoekers veroordeeld in de kosten van de procedure, die zijn begroot op € 193,-- aan verschotten en € 780,-- aan salaris voor de procureur. Deze beschikking is gegeven door mr. Holtrop en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 19 september 2002.

Uitspraak

JKL
Rekestnummer: 02.303
Datum beschikking: 19 september 2002
RECHTBANK 's-GRAVENHAGE
sector civiel recht - enkelvoudige kamer
Beslissing op het verzoekschrift van:
[verzoeker],
wonende te [adres],
en 15 andere verzoekers,
advocaat: mr. N.M.P. Steijnen, advocaat te Zeist,
procureur: mr. A.B.B. Beelaard,
t e g e n:
DE STAAT DER NEDERLANDEN,
zetelende te 's-Gravenhage,
verweerder,
procureur: mr. G.J.H. Houtzagers.
Partijen worden hierna aangeduid met "[verzoekers]" en "de Staat".
1. Het procesverloop:
1.1 [verzoekers] hebben op 1 mei 2002 een verzoekschrift ingediend waarin zij de rechtbank verzoeken een voorlopig getuigenverhoor te bevelen.
1.2 Op 2 september 2002 heeft de Staat een verweerschrift ingediend waarin hij concludeert tot afwijzing van het verzoek.
1.3 De mondelinge behandeling heeft plaats gevonden op 5 september 2002. Namens [verzoekers] is mr. N.M.P. Steijnen verschenen. Namens de Staat is mr. G.J.H. Houtzagers verschenen.
2. De beoordeling:
2.1 [verzoekers] willen getuigen doen horen met betrekking tot luchtaanvallen die in de nacht van 22 op 23 april 1999 en op 7 mei 1999 tegen de Federale Republiek Joegoslavië zijn uitgevoerd. Zij zijn van mening dat de Staat met deze aanvallen onrechtmatig jegens hen heeft gehandeld en zij zijn voornemens een procedure te starten jegens de Staat tot verhaal van de hierdoor door hen geleden schade.
2.2 De Staat is van mening dat het verzoek dient te worden afgewezen. Primair op grond van onvoldoende belang en subsidiair op grond van misbruik van bevoegdheid.
2.3 [verzoekers] willen 18 getuigen doen horen. Het 48 pagina's tellend verzoekschrift bevat een zeer uitgebreide toelichting op het verzoek. Uit deze toelichting en uit hetgeen ter zitting is verklaard heeft de rechtbank de indruk gekregen dat [verzoekers] over voldoende informatie beschikken om hun proceskansen reeds nu behoorlijk te kunnen schatten. De rechtbank is derhalve gevoelig voor de argumenten van de Staat, waaruit volgt dat [verzoekers] momenteel onvoldoende belang hebben bij het horen van een zeer groot aantal getuigen.
2.4 Een voorlopig getuigenverhoor met de omvang zoals [verzoekers] thans voor ogen staat, acht de rechtbank nodeloos omslachtig en kostbaar. Mede gelet op de grote werkbelasting die een dergelijk omvangrijk voorlopig getuigenverhoor met zich brengt, is de rechtbank van oordeel dat eerst vast gesteld moet worden in een eventuele bodemprocedure, welke stellingen relevant zijn en waarvoor bewijslevering kan worden toegelaten.
2.5 De onevenredigheid van de over en weer betrokken belangen leidt tot de conclusie dat het verzoek van [verzoekers] tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor dient te worden afgewezen.
Beslissing:
De rechtbank:
- wijst het verzoek af;
- veroordeelt [verzoekers] in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van de Staat begroot op € 193,-- aan verschotten en op € 780,-- aan salaris voor de procureur.
Deze beschikking is gegeven door mr. Holtrop en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 september 2002, in tegenwoordigheid van de griffier.
Rekestnummer: 02.303