ECLI:NL:RBSGR:2002:AE8670

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
9 oktober 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
09/757298-02
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Poustochkine
  • A. Derijks
  • J. van der Wind
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdachte veroordeeld voor handel in verdovende middelen en verbeurdverklaring van inbeslaggenomen goederen

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 9 oktober 2002 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het handelen in verdovende middelen, waaronder heroïne en cocaïne. De officier van justitie, mr. L.E. van der Leeuw, heeft gevorderd dat de verdachte vrijgesproken zou worden van een aantal telastgelegde feiten, maar ook dat hij voor andere feiten zou worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte jarenlang samen met anderen in heroïne en cocaïne heeft gehandeld, waarbij hij zijn woning als opslagplaats gebruikte. Tijdens het onderzoek zijn aanzienlijke hoeveelheden drugs aangetroffen, wat duidt op handel in plaats van persoonlijk gebruik. De rechtbank heeft de verdachte zwaar aangerekend dat hij handelde uit financieel gewin, zonder oog te hebben voor de schadelijke gevolgen van zijn daden.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld voor het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en heeft hem een gevangenisstraf van 24 maanden opgelegd, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Daarnaast heeft de rechtbank een geldbedrag van € 9.015,= verbeurd verklaard, dat als opbrengst van de strafbare feiten werd beschouwd. De rechtbank heeft ook beslist over de teruggave van inbeslaggenomen goederen aan de verdachte en de rechtmatige eigenaren, waarbij een aantal goederen werd onttrokken aan het verkeer omdat deze als hulpmiddelen voor de strafbare feiten konden worden beschouwd. De uitspraak is gedaan in het openbaar en de rechtbank heeft de zaak behandeld met inachtneming van de relevante wetsartikelen.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
SECTOR STRAFRECHT
MEERVOUDIGE KAMER
(VERKORT VONNIS)
parketnummer 09/757298-02
rolnummer 04
's-Gravenhage, 9 oktober 2002
De rechtbank 's-Gravenhage, rechtdoende in strafzaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] (Marokko),
wonende te [woonplaats], [adres],
thans gedetineerd in de P.I. Haaglanden,
Jeugdhuis van Bewaring De Sprang, te 's-Gravenhage.
De terechtzitting.
Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 25 september 2002.
De verdachte, bijgestaan door de raadsvrouwe mr F.A.M. Engels, is verschenen en gehoord.
De officier van justitie mr L.E. van der Leeuw heeft gevorderd dat verdachte terzake van het hem bij dagvaarding onder 4 primair telastgelegde wordt vrijgesproken en dat verdachte terzake van het hem bij dagvaarding onder 1, 2, 3 en 4 subsidiair telastgelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.
De officier van justitie heeft voorts gevorderd dat het blijkens de Lijst van inbeslaggenomen, niet teruggegeven voorwerpen - hierna te noemen Beslaglijst, waarvan een fotokopie, gemerkt C, aan dit vonnis is gehecht - onder verdachte inbeslaggenomen voorwerp, genummerd 1, zal worden verbeurd verklaard en de blijkens de Beslaglijst inbeslaggenomen voorwerpen, genummerd 2 en 3, zullen worden bewaard ten behoeve van de rechthebbende.
De telastlegging.
Aan verdachte is telastgelegd hetgeen is vermeld in de ingevoegde fotokopie van de dagvaarding, gemerkt A.
Vrijspraak.
De rechtbank acht op grond van het onderzoek ter terechtzitting niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte bij dagvaarding onder 4 primair en subsidiair is telastgelegd, zodat hij daarvan dient te worden vrijgesproken.
De bewijsmiddelen.
P.M.
De bewezenverklaring.
Door de voormelde inhoud van vorenstaande bewijsmiddelen -elk daarvan, ook in zijn onderdelen, gebruikt voor het bewijs van datgene waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft- staan de daarin genoemde feiten en omstandigheden vast en is de rechtbank op grond daarvan tot de overtuiging gekomen en acht zij wettig bewezen, dat verdachte de bij dagvaarding onder 1, 2 en 3 vermelde feiten heeft begaan, met dien verstande, dat de rechtbank bewezen acht -en als hier ingelast beschouwt, zulks met verbetering van eventueel in de telastlegging voorkomende type- en taalfouten, zoals weergegeven in de bewezenverklaring, door welke verbetering verdachte niet in de verdediging is geschaad- de inhoud van de telastlegging, zoals deze is vermeld in de fotokopie daarvan, gemerkt B.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde en van de verdachte.
Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat het na te melden misdrijven oplevert.
Verdachte is deswege strafbaar, nu geen strafuitsluitingsgronden aannemelijk zijn geworden.
Strafmotivering.
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden, waaronder zij zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende overwogen.
Verdachte heeft jaren samen met anderen in heroïne en cocaïne gehandeld.
Verdachte gebruikte de woning van zijn broer, waar hij bij inwoonde, als opslagplaats, van waaruit hij zijn mededaders gelegenheid gaf om heroïne en cocaïne te versnijden, verpakken en af te leveren.
Heroïne en cocaïne zijn voor de gezondheid van personen schadelijke stoffen. In de kamer van verdachte en in de kelderbox van die woning zijn bovendien hoeveelheden heroïne, cocaïne, hashish en een groot aantal XTC-pillen aangetroffen. Deze hoeveelheden waren van dien aard, dat zij bestemd moeten zijn geweest voor verdere verspreiding en handel.
Verspreiding van en handel in verdovende middelen gaan gepaard met vele andere vormen van criminaliteit, waaronder ook de door gebruikers van deze middelen gepleegde strafbare feiten ter financiering van hun behoefte aan deze stof. Verdachte heeft gehandeld uit financieel gewin zonder oog te hebben voor de kwalijke gevolgen die verspreiding en handel van deze verdovende middelen met zich brengen. De rechtbank rekent verdachte deze feiten dan ook zwaar aan.
De rechtbank houdt anderzijds rekening met de omstandigheid dat verdachte niet eerder met justitie in aanraking is gekomen.
Gelet op het voorgaande, acht de rechtbank een gevangenisstraf van na te melden duur op zijn plaats, zij het dat een deel van deze straf voorwaardelijk aan verdachte zal worden opgelegd teneinde verdachte ervan te weerhouden zich wederom aan soortgelijke feiten schuldig te maken.
Inbeslaggenomen voorwerpen.
De rechtbank zal het blijkens de Beslaglijst inbeslaggenomen voorwerp, genummerd 1, te weten een geldbedrag van € 9.015,= verbeurdverklaren, zijnde dit geldbedrag voor verbeurdverklaring vatbaar, aangezien dit aan verdachte toebehorende geldbedrag geheel of grotendeels door middel van het onder 1 telastgelegde en bewezenverklaarde feit is verkregen.
De rechtbank zal van het blijkens de Beslaglijst inbeslaggenomen voorwerp, genummerd 2, te weten de "Goederenlijst (PV blz. 109/110)", welke lijst, waarvan een fotokopie, gemerkt C1, aan dit vonnis is gehecht -hierna te noemen Lijst inbeslaggenomen goederen C1-, de goederen, genummerd 7; 9 tot en met 17; 24; 26; 40 tot en met 52 en 55 onttrekken aan het verkeer, zijnde deze voorwerpen voor onttrekking aan het verkeer vatbaar, aangezien deze voorwerpen kunnen worden beschouwd als een gezamenlijkheid van voorwerpen met behulp waarvan het onder 1 telastgelegde en bewezenverklaarde feit is begaan, op grond waarvan gezegd kan worden dat die gezamenlijkheid van zodanige aard is, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet dan wel met het algemeen belang.
Van de overige goederen, vermeld op Lijst inbeslaggenomen goederen C1, zal de rechtbank de teruggave gelasten aan verdachte dan wel aan de rechtmatige eigenaar.
De rechtbank zal voorts van het blijkens de Beslaglijst inbeslaggenomen voorwerp, genummerd 3, te weten de "Goederenlijst (PV blz. 114/115)", welke lijst, waarvan een fotokopie, gemerkt C2, aan dit vonnis is gehecht -hierna te noemen Lijst inbeslaggenomen goederen C2-, de teruggave van de op deze lijst vermelde goederen gelasten aan verdachte dan wel aan de rechtmatige eigenaar.
De toepasselijke wetsartikelen.
De artikelen:
- 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36b, 36c, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2, 3, 10, 11 en 13a van de Opiumwet, en de daarbij behorende lijsten I en II.
Beslissing.
De rechtbank,
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het hem bij dagvaarding onder 4 primair en subsidiair telastgelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart in voege als overwogen wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte de bij dagvaarding onder 1,2 en 3 telastgelegde feiten heeft begaan en dat het bewezene uitmaakt:
feit 1: medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, strafbaar gesteld bij artikel 10, derde lid, van de Opiumwet, meermalen gepleegd;
feit 2: opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod, strafbaar gesteld bij artikel 10, tweede lid, van de Opiumwet, meermalen gepleegd;
feit 3: opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod, strafbaar gesteld bij artikel 11, tweede lid, van de Opiumwet;
verklaart het bewezene en verdachte deswege strafbaar;
veroordeelt verdachte te dier zake tot:
- gevangenisstraf voor de duur van 24 MAANDEN;
bepaalt, dat een gedeelte van die straf, groot 6 MAANDEN, niet zal worden tenuitvoergelegd, zulks onder de algemene voorwaarde, dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op 2 jaar vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
bepaalt, dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
in verzekering gesteld op: 18 juni 2002;
in voorlopige hechtenis gesteld op: 21 juni 2002;
verklaart verbeurd het blijkens de aan dit vonnis gehechte Beslaglijst inbeslaggenomen voorwerp, genummerd 1, te weten:
- Geld Nederlands, een geldbedrag van € 9.015,=;
verklaart onttrokken aan het verkeer -behorende bij het blijkens de aan dit vonnis gehechte Beslaglijst inbeslaggenomen voorwerp, genummerd 2- de goederen zoals vermeld op de aan dit vonnis gehechte Lijst inbeslaggenomen goederen C1, genummerd 7, 9 tot en met 17, 24, 26, 40 tot en met 52 en 55, te weten:
- 1 rijbewijs [rijbewijsnummer] op naam van [medeverdachte];
- 1 lade met ondermeer een zakje met daarin beige poeder en brokjes;
- 3 zakjes met wit poeder en brokjes;
- 1 bakje met 2 zakjes wit poeder en brokjes;
- 1 koker van fotorolletjes met daarin wit poeder en brokjes;
- 1 bruinkleurige plak;
- zakjes met plant erop afgebeeld;
- 1 rond doosje met daarin een zakje met wit poeder en aluminiumfolie met poeder en brokje;
- 1 grammenweger;
- aluminiumfolie met daarin bruin poeder en brokjes;
- 5 plakjes van een bruine substantie;
- 2 plastic zakjes met bruin poeder en 1 plastic zakje met wit poeder (in een C1000 tas);
- 1 kartonnen doosje met verpakkingsmateriaal en zakjes;
- 1 zakje met zakjes;
- 1 grammenweger, merk Tanita;
- 1 platsic zakje met wit poeder;
- 1 papieren zakje met wit poeder;
- 3 koffiemolens van het merk Braun;
- 1 besmeurd mes;
- 5 plakjes van een bruine substantie;
- 3 zakjes met wit poeder en brokjes;
- 1 beautycase met daarin 4 zakken met witte pillen en 1 zakje met wit poeder en brokkes en 2 zakjes met bruin poeder en brokjes;
- 1 wit plastic zakje omwikkeld met tape met daarin beige brokjes;
- 1 Bijenkorf tas met daarin ondermeer gebruikte verpakkingsmaterialen;
- 1 ruitenwisser met daaraan poeder;
- 1 stuk aluminiumfolie met daarin witte brokjes (vanuit de personenauto met het kenteken [kenteken]);
gelast de teruggave aan de hieronder te noemen rechtmatige eigenaar-behorende bij het blijkens de aan dit vonnis gehechte Beslaglijst inbeslaggenomen voorwerp, genummerd 2- van de goederen zoals vermeld op de aan dit vonnis gehechte Lijst inbeslaggenomen goederen C1, genummerd 6, te weten:
- 1 portemonnee inhoudende ondermeer een identiteitskaart en rijbewijs op naam van
[medeverdachte];
aan [medeverdachte];
gelast de teruggave aan verdachte -behorende bij het blijkens de aan dit vonnis gehechte Beslaglijst inbeslaggenomen voorwerp, genummerd 2- van de goederen zoals vermeld op de aan dit vonnis gehechte Lijst inbeslaggenomen goederen C1, genummerd 1 tot en met 5, 8, 18 tot en met 23, 25, 27 tot en met 39, 53 en 54, te weten:
- 1 Adresboekje;
- 1 bos sleutels;
- 1 bankbiljet van €50,=; 15 bankbiljetten van €20,=; 24 bankbiljetten van €10,=; 12 bankbiljetten van €5,=; 9 bankbiljetten betreffende Turkse Lira's; 1 bankbiljet betreffende Surinaamse guldens;
- 4 bankbiljetten van €10,=;
- 5 bankbiljetten van €5,=; 6 bankbiljetten van €50,=; 7 bankbiljetten van €100,=; 5 bankbiljetten van €200,=;
- 1 Gsm, merk Nokia, kleur lichtblauw; 1 Gsm, merk Nokia, kleur oranje; 1 Gsm, merk Nokia, kleur zilvergrijs;
- 1 agenda met losse papiertjes;
- 1 briefje met cijfers;
- PSION;
- 1 paspoort op naam van [betrokkene1];
- 1 paspoort op naam van [betrokkene2];
- 1 paspoort op naam van [betrokkene3];
- grote hoeveelheid telefoonkaarten (prepaid);
- 17 Gsm's van verschillende merken;
- 1 laptop met toebehoren, merk Compaq;
- 1 kluis met inhoud;
- 1 fotocamera, merk Minolta;
- 1 fotocamera, merk canon;
- 1 camera, merk Creative;
- 1 fotocamera, merk Fuji Film;
- 1 fotocamera, merk Canon;
- 1 fotocamera, merk Fuji;
- 1 fotocamera, merk Sigma;
- 1 fotocamera, merk JVC;
- 1 digitale camera, merk Sony;
- 1 Gsm, merk Amigo;
- 1 batterij, merk Panasonic;
gelast de teruggave aan de hieronder te noemen rechtmatige eigenaar-behorende bij het blijkens de aan dit vonnis gehechte Beslaglijst inbeslaggenomen voorwerp, genummerd 3- van de goederen zoals vermeld op de aan dit vonnis gehechte Lijst inbeslaggenomen goederen C2, genummerd 29 en 41, te weten:
- VSB.Bank, bankpasje ten name van [me[medeverdachte], rekeningnummer [rekeningnummer], pasnummer [pasnummer];
- Kopie van Europese Identiteitskaart van [medeverdachte], geboren [geboortedatum];
aan [me[medeverdachte];
gelast de teruggave aan verdachte -behorende bij het blijkens de aan dit vonnis gehechte Beslaglijst inbeslaggenomen voorwerp, genummerd 3- van de goederen zoals vermeld op de aan dit vonnis gehechte Lijst inbeslaggenomen goederen C2, genummerd 1 tot en met 28, 30 tot en met 40, 42 tot en met 54, te weten:
- een geldbedrag van drieënzestig honderd euro (€ 6.300,=);
- goudkleurig horloge van het merk Cartier;
- zilverkleurig horloge van het merk Bratling;
- horloge van het merk Trophy;
- zwartkleurig horloge van het merk Omax;
- zilverkleurig horloge van het merk MQUE;
- zwartkleurig horloge van het merk Swatch;
- zilverkleurig horloge van het merk Yan Jing;
- horloge van het merk Balzer;
- zilverkleurig horloge van het merk Commodoor;
- sleutelhanger of afstandbediening van het merk Ford;
- laserpen met toebehoren;
- zilverkleurige aansteker van het merk Zippo in doosje;
- zwartkleurig Samsung doosje;
- zwartkleurige klapportemonnee;
- videoband;
- doosje met onderdelen voor een verrekijker;
- zakje met vijf rozekleurige brokken;
- zakje met muntgeld;
- bankbiljet van tien gulden;
- klein sleuteltje;
- washandje;
- visitekaartje van Teleway 2000;
- Kassabon van Vroom & Dreesmann voor een bedrag van € 44,92 d.d. 8 februari 2002. Betaald middels pin van de Postbank, rekeningnummer [rekeningnummer], pasnummer [pasnummer];
- bonnetje van Grillroom Casablanca uit Utrecht;
- Folder van de Postbank;
- Envelop met diverse foto's;
- Envelop met diverse op A-4 formaat uitgeprinte foto's;
- Formulier van de Wafabank ten name van [verdachte], geboren [geboortedatum], wonende [adres] te [woonplaats];
- Formulier van vermoedelijk de Marokkaanse ambassade ten name van [verdachte];
- ABN-AMRO envelop met daarin geschreven € 4.000,= en FL. 8814,84;
- Boekje overschrijvingsformulieren van de Wafabank ten name van [verdachte], rekeningnummer [rekeningnummer];
- Boekje overschrijvingsformulieren van de Banque Populaire ten name van [verdachte], rekeningnummer [rekeningnummer];
- Diverse pasfoto's';
- Envelop met diverse papiertjes;
- Pinbon van de Postbank behorende bij het gironummer [rekeningnummer], d.d.
27 november 2000;
- Stortingsbewijs van de Postbank d.d. 27 oktober 2000, een bedrag van FL 1.000,= ten gunste van girorekening [rekeningnummer];
- Kennisgeving van echtscheiding/huwelijksontbinding tussen [verdachte] en [betrokkene4];
- Brief in vermoedelijk Marokkaanse taal gericht aan [betrokkene5], [adres] te [woonplaats];
- Loonafrekening van [verdachte] van Compact Schoonmaakbedrijf d.d. 01-01-1996;
- Jaaropgaaf 1995 van [verdachte], sofinummer [sofinummer];
- Kopie van identiteitsbewijs ten name van [betrokkene1], geboren [geboortejaar];
- Twee afgescheurde briefjes met daarop het sofinummer [sofinummer];
- Brief van de Banque Populaire ten name van [betrokkene1] uit Marokko, bankrekeningnummer [rekeningnummer];
- Formulier van de Banque Populaire ten name van [betrokkene1], wonende [adres] te [woonplaats];
- Cliëntkaart van de Banque Populaire ten name van [betrokkene1], vermoedelijk rekeningnummer [rekeningnummer];
- ABN-AMRO bankpas ten name van [verdachte], rekeningnummer [rekeningnummer], pasnummer [pasnummer];
- Marokkaans identiteitsbewijs ten name van [betrokkene1], geboren [geboortejaar], domicilie [adres] te [woonplaats];
- Kaartje van de Wafabank ten name van [betrokkene1], vermoedelijk rekening of chequenummer [rekeningnummer];
- Stortings- of opnamebewijs van de Banque Populaire te Nador (Marokko), d.d. 15 augustus 2001;
- Kaartje van uitzendbureau [uitzendbureau], gevestigd [adres] te [plaats], met daarop telefoonnummers van [betrokkene6]: [mobiel nummer] en [betrokkene7]: [telefoonnummer];
- Hi Prepay kaartje met GSMnr: [telefoonnummer];
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte bij dagvaarding meer of anders is telastgelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door
mrs Poustochkine, voorzitter,
Derijks en Van der Wind, rechters,
in tegenwoordigheid van mr Gest, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 9 oktober 2002.