ECLI:NL:RBSGR:2002:AE9551
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot schorsende werking van beroep
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage op 3 juni 2002 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, een Turkse nationaliteit bezittende vreemdeling, had op 2 januari 2002 beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie, waarin werd geweigerd om schorsende werking te verlenen aan het beroep. Verzoeker had eerder, op 12 april 2000, een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning, welke op 13 december 2001 was afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat artikel 6:16 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaalt dat het instellen van beroep de werking van het besluit niet schorst, maar dat er in asielzaken een uitzondering geldt volgens artikel 82, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000). De wetgever heeft in bepaalde gevallen schorsende werking willen uitsluiten, maar de voorzieningenrechter concludeerde dat de onderhavige zaak niet onder deze uitzonderingen valt. De redenering van verweerder dat artikel 67, derde lid, van de Vw 2000 in verbinding met artikel 8, onder h, van de Vw 2000 een schorsende werking verhindert, werd door de voorzieningenrechter als een oneigenlijke uitbreiding van de uitzonderingen beschouwd. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen, waardoor verzoeker gedurende de procedure niet zou worden uitgezet. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoeker, vastgesteld op € 322,-.