ECLI:NL:RBSGR:2002:AF0066

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
30 oktober 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
09-925010-02
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • Kalk
  • Wien
  • Van den Boom
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in moord- en doodslagzaak met vordering benadeelde partij

Op 30 oktober 2002 heeft de Rechtbank 's-Gravenhage uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in Marokko en gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Haaglanden. De verdachte was aangeklaagd voor moord en doodslag. Tijdens de zitting op 16 oktober 2002 heeft de officier van justitie, mr. Remmerswaal, gevorderd dat de verdachte voor moord zou worden vrijgesproken en voor doodslag veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 jaar, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis. Tevens werd er een vordering ingediend door een benadeelde partij, die schadevergoeding eiste van € 7.041,70.

De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting gehouden en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. E.J.P. Nolet, gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de telastlegging, zoals vermeld in de dagvaarding, niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. Daarom heeft de rechtbank besloten de verdachte vrij te spreken van de hem ten laste gelegde feiten.

Wat betreft de vordering van de benadeelde partij, heeft de rechtbank geoordeeld dat deze niet-ontvankelijk verklaard dient te worden, aangezien de verdachte vrijgesproken is van de hem ten laste gelegde feiten. De rechtbank heeft in haar beslissing de vrijspraak van de verdachte en de niet-ontvankelijkheid van de benadeelde partij bevestigd. Deze uitspraak is gedaan door de meervoudige kamer van de rechtbank, onder leiding van voorzitter mr. Kalk, en de rechters mr. Wien en mr. Van den Boom, in aanwezigheid van griffier Van Dijk.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
SECTOR STRAFRECHT
MEERVOUDIGE KAMER
VERKORT VONNIS)
parketnummer 09-925010-02
rolnummer 0001
's-Gravenhage, 30 oktober 2002
De rechtbank 's-Gravenhage, rechtdoende in strafzaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] (Marokko),
zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland,
ter zitting van 16 oktober 2002 (u.a.h.) gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Haaglanden, Huis van Bewaring Zoetermeer te Zoetermeer.
De terechtzitting.
Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 16 oktober 2002.
De verdachte, bijgestaan door de raadsman mr E.J.P. Nolet, is verschenen en gehoord.
Er heeft zich een benadeelde partij gevoegd.
De officier van justitie mr Remmerswaal heeft gevorderd dat verdachte terzake van de hem bij dagvaarding primair telastgelegde moord wordt vrijgesproken en dat verdachte terzake van de hem bij dagvaarding eveneens primair telastgelegde doodslag wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 jaar, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot (hoofdelijke) toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij].
De telastlegging.
Aan verdachte is telastgelegd hetgeen is vermeld in de ingevoegde fotokopie van de dagvaarding.
Vrijspraak.
De rechtbank acht op grond van het onderzoek ter terechtzitting niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte bij dagvaarding onder primair, subsidiair en meer subsidiair is telastgelegd, zodat hij daarvan dient te worden vrijgesproken.
De vordering van de benadeelde partij.
[benadeelde partij], wonende te [woonplaats], [adres], heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot euro 7.041,70.
De rechtbank dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren in haar vordering, aangezien verdachte zal worden vrijgesproken van de hem telastgelegde feiten.
Beslissing.
De rechtbank,
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het hem bij dagvaarding onder primair, subsidiair en meer subsidiair telastgelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij] niet-ontvankelijk in haar vordering.
Dit vonnis is gewezen door
mrs Kalk, voorzitter,
Wien en Van den Boom, rechters,
in tegenwoordigheid van Van Dijk, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 30 oktober 2002.