ECLI:NL:RBSGR:2002:AF0066
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- Kalk
- Wien
- Van den Boom
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in moord- en doodslagzaak met vordering benadeelde partij
Op 30 oktober 2002 heeft de Rechtbank 's-Gravenhage uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in Marokko en gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Haaglanden. De verdachte was aangeklaagd voor moord en doodslag. Tijdens de zitting op 16 oktober 2002 heeft de officier van justitie, mr. Remmerswaal, gevorderd dat de verdachte voor moord zou worden vrijgesproken en voor doodslag veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 jaar, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis. Tevens werd er een vordering ingediend door een benadeelde partij, die schadevergoeding eiste van € 7.041,70.
De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting gehouden en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. E.J.P. Nolet, gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de telastlegging, zoals vermeld in de dagvaarding, niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. Daarom heeft de rechtbank besloten de verdachte vrij te spreken van de hem ten laste gelegde feiten.
Wat betreft de vordering van de benadeelde partij, heeft de rechtbank geoordeeld dat deze niet-ontvankelijk verklaard dient te worden, aangezien de verdachte vrijgesproken is van de hem ten laste gelegde feiten. De rechtbank heeft in haar beslissing de vrijspraak van de verdachte en de niet-ontvankelijkheid van de benadeelde partij bevestigd. Deze uitspraak is gedaan door de meervoudige kamer van de rechtbank, onder leiding van voorzitter mr. Kalk, en de rechters mr. Wien en mr. Van den Boom, in aanwezigheid van griffier Van Dijk.