ECLI:NL:RBSGR:2002:AF1173
Rechtbank 's-Gravenhage
- Kort geding
- J.S.W. Holtrop
- Rechtspraak.nl
Uitlevering van een Bulgaarse zigeunerfamilie en de gevolgen voor minderjarige kinderen
In deze zaak, gewezen op 27 november 2002 door de Rechtbank 's-Gravenhage, betreft het een kort geding waarin eiseres, Julie [M.], optreedt als wettelijk vertegenwoordiger van haar minderjarige kinderen, Anthony [P.] en Kolja [P.]. Eiseres is een lid van de Bulgaarse zigeunerfamilie [M.], die in de Verenigde Staten wordt verdacht van deelname aan een criminele organisatie, diefstal en opzetheling. De feiten hebben zich tussen 1996 en 1998 voorgedaan, waarna de familie in 1999 naar Nederland is gevlucht. Eiseres heeft een vergunning tot verblijf aangevraagd op grond van humanitaire redenen, maar haar verzoek is eerder afgewezen door de rechtbank.
De Verenigde Staten hebben om uitlevering van eiseres gevraagd, en de rechtbank te 's-Hertogenbosch heeft dit verzoek toelaatbaar verklaard. De Hoge Raad heeft het cassatieberoep van eiseres verworpen, waardoor de uitlevering mogelijk werd. Eiseres vordert in deze procedure dat de Staat der Nederlanden wordt verboden haar aan de VS uit te leveren, en dat de uitlevering wordt opgeschort totdat aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Eiseres stelt dat de uitlevering onomkeerbare gevolgen zal hebben voor haar gezin, en dat er sprake is van mensenrechtenschendingen in de VS.
De voorzieningenrechter heeft kennisgenomen van de argumenten van eiseres, waaronder de disproportionaliteit van de vervolging en de mogelijke gevolgen voor haar minderjarige kinderen. De rechter heeft besloten dat gedaagde, de Staat, binnen drie maanden nadere inlichtingen moet verstrekken over de uitlevering en de rechtsgang in de VS. De beslissing over de uitlevering is aangehouden, en het instellen van hoger beroep tegen dit vonnis is toegelaten. De zaak heeft belangrijke implicaties voor de rechten van de familie [M.] en de bescherming van hun gezinsleven onder het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.