ECLI:NL:RBSGR:2003:AF3614

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
28 januari 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
09.900.259-02
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in strafzaak met inbeslaggenomen geldbiljetten

Op 28 januari 2003 heeft de Rechtbank 's-Gravenhage uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren op Aruba en wonende in Nederland. De zaak betreft de inbeslagname van twee geldbiljetten van € 50,=, die door de officier van justitie teruggegeven moesten worden aan de verdachte. De rechtbank heeft de zaak behandeld tijdens terechtzittingen op 24 september 2002 en 14 januari 2003, waarbij de verdachte werd bijgestaan door haar raadsvrouw, mr. F.A.M. Engels, en de officier van justitie, mr. A. van Nederpelt, een gevangenisstraf van drie jaar eiste, waarvan één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

De rechtbank heeft de telastlegging, die na wijziging ter terechtzitting was ingediend, beoordeeld. Na het onderzoek ter terechtzitting heeft de rechtbank geconcludeerd dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte het haar bij gewijzigde dagvaarding telastgelegde had begaan. Daarom heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten.

Daarnaast heeft de rechtbank het op 16 juli 2002 geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven en gelast dat de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten de twee geldbiljetten van € 50,=, aan de verdachte worden teruggegeven. De beslissing van de rechtbank is als volgt: de rechtbank verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het haar bij gewijzigde dagvaarding telastgelegde heeft begaan, spreekt haar vrij, heft het bevel tot voorlopige hechtenis op en gelast de teruggave van de inbeslaggenomen voorwerpen.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
SECTOR STRAFRECHT
MEERVOUDIGE KAMER
(VONNIS)
parketnummer 09.900.259-02;
's-Gravenhage, 28 januari 2003
De rechtbank 's-Gravenhage, rechtdoende in strafzaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte :
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] te Aruba (Nederlandse Antillen),
wonende te [adres]
De terechtzitting.
Het onderzoek is gehouden ten terechtzittingen van 24 september 2002 en van 14 januari 2003.
De verdachte, bijgestaan door haar raadsvrouw mr. F.A.M. Engels, is verschenen en gehoord.
De officier van justitie mr A. van Nederpelt heeft gevorderd dat verdachte terzake van het haar bij dagvaarding telastgelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaar, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, waarvan 1 jaar voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.
De officier van justitie heeft voorts gevorderd dat de blijkens de Lijst van inbeslaggenomen, niet teruggegeven voorwerpen -hierna te noemen Beslaglijst, waarvan een fotokopie, gemerkt C., aan dit vonnis is gehecht- onder verdachte in beslaggenomen geldbiljetten, te weten
2 geldbiljetten van € 50,= zullen worden teruggegeven aan verdachte.
De telastlegging.
Aan verdachte is telastgelegd - na wijziging van de telastlegging ter terechtzitting - hetgeen is vermeld in de ingevoegde fotokopie van de dagvaarding, gemerkt A. en van de vordering wijziging telastlegging, gemerkt A.1.
Vrijspraak.
De rechtbank acht op grond van het onderzoek ter terechtzitting niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte bij - gewijzigde - dagvaarding is telastgelegd, zodat zij daarvan dient te worden vrijgesproken.
De rechtbank zal het op 16 juli 2002 geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opheffen.
Inbeslaggenomen voorwerpen.
De rechtbank zal de teruggave aan verdachte gelasten van de blijkens de Beslaglijst inbeslaggenomen voorwerpen, te weten twee geldbiljetten van € 50,=.
Beslissing.
De rechtbank,
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het haar bij - gewijzigde - dagvaarding telastgelegde heeft begaan en spreekt haar daarvan vrij;
heft op het op 16 juli 2002 geschorste bevel tot voorlopige hechtenis;
gelast de teruggave aan verdachte van de blijkens de aan dit vonnis gehechte Beslaglijst inbeslaggenomen voorwerpen, te weten twee geldbiljetten van € 50,=.
Dit vonnis is gewezen door
mrs O.C.W. van der Veen, voorzitter,
I.P.A. van Engelen en H. Wien, rechters,
in tegenwoordigheid van M.L.A. van der Togt, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 28 januari 2003 .
parketnummer 09.900.259-02;