1. Verweerder stelt zich op het standpunt dat eisers niet in aanmerking komen voor verlening van de gevraagde mvv. Daartoe voert verweerder aan dat in voorgaande procedures reeds is vastgesteld dat vanaf 1989 de gezinsband tussen referent en eisers als verbroken moet worden geacht. Door referent zijn geen nieuwe feiten en omstandigheden aangevoerd die tot een ander oordeel kunnen leiden.
Uit het jaarlijks reizen naar Turkije blijkt nog niet de betrokkenheid van referent bij de opvoeding en verzorging van eisers. Derhalve houdt verweerder de stelling staande dat eisers duurzaam in een ander gezin dan dat van referent zijn opgenomen, waardoor de feitelijke gezinsband als verbroken moet worden geacht.
De beoordeling van bovengenoemde aanvraag wordt beperkt door het toetsingskader van de herhaalde aanvraag, oftewel artikel art. 4:6 van de Awb. De in het kader van de gezinsband aangevoerde stellingen, te weten dat referent immer de overkomst van eisers heeft beoogd, dat hij altijd met hen contact heeft gehouden middels het storten van de kinderbijslag en dat hij hen tijdens vakanties bezocht, kunnen niet als rechtens relevante nova worden beschouwd.
De stelling dat de huidige echtgenote als referente moet worden beschouwd en (via haar) Tussentijds Bericht Vreemdelingencirculaire (TBV) 20002/4 van toepassing is, faalt. Immers, eisers hebben immer verblijf bij hun vader beoogd. De echtgenote is nimmer als referente aangemerkt. Derhalve kan zij ook niet als zodanig in onderhavige procedure worden aangemerkt.
Een beroep op TBV 2002/4 kan evenmin slagen. Immers sedert 22 maart 2002 is dit beleid van toepassing. Het bestreden besluit dateert van 20 maart 2002, derhalve is deze TBV niet van toepassing.
De stelling van eisers dat de moeder van referent de zorg voor eisers niet meer op zich kan nemen is niet met documenten aangetoond. In eerdere procedures is komen vast te staan dat zij, buiten slechthorendheid, geheel gezond is. Niet is gebleken dat in deze situatie een verandering heeft plaatsgevonden.
Indien desondanks aangenomen dient te worden dat de moeder van referent niet meer (alleen) voor eisers kan zorgen, wordt overwogen dat niet is gebleken dat overige in Turkije verblijvende familieleden niet (mede) de zorg voor eisers op zich kunnen nemen. Hierbij wordt overwogen dat aangenomen mag worden dat eisers, gelet op hun leeftijd, zich in toenemend zelfstandig zullen kunnen redden.
Voorts is door referent aangegeven dat er nog drie broers van hem in Turkije verblijven. Niet is aangetoond dat zij niet de zorg over eisers - tot hun meerderjarigheid - op zich kunnen nemen.
De stelling dat er geen contact meer is met de moeder van eisers laat daarmee de mogelijkheid tot zorg door anderen dan de moeder in Turkije onverlet.
Hetgeen door eisers is aangevoerd omtrent artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) alsmede het Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) kan niet als rechtens relevante nova worden beschouwd. Immers in eerdere procedures is reeds getoetst aan artikel 8 van het EVRM alsmede aan het IVRK.