ECLI:NL:RBSGR:2003:AF6618
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C. Lely - van Goch
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige bewaring van vreemdeling wegens onvoldoende voortvarendheid in uitzettingsprocedure
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 14 februari 2003 uitspraak gedaan in een bodemprocedure betreffende de bewaring van een vreemdeling, geboren in 1980 met Sierra Leoonse nationaliteit. Eiser had beroep ingesteld tegen het besluit tot voortduring van de aan hem opgelegde bewaring, die op 24 oktober 2002 was ingegaan. De rechtbank oordeelde dat de verweerder, de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, onvoldoende voortvarend had gehandeld in de uitzettingsprocedure. De rechtbank benadrukte dat de vreemdeling minimaal eenmaal per drie maanden persoonlijk gehoord dient te worden, en dat de aanwezigheid van terugkeerfunctionarissen in het Huis van Bewaring niet volstaat om aan deze verplichting te voldoen. De rechtbank concludeerde dat er geen regelmatig gehoor had plaatsgevonden en dat de verdere toepassing van de bewaring onrechtmatig was. Het beroep van eiser werd gegrond verklaard, en de rechtbank beval de opheffing van de bewaring met onmiddellijke ingang. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, die € 322,00 bedroegen, te betalen aan de griffier.