ECLI:NL:RBSGR:2003:AF7126

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
9 april 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
09/757338-02
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • Kalk
  • Derijks
  • Nijman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake de vraag of verdachte een gevaar vormt voor zichzelf of anderen

Op 9 april 2003 heeft de Rechtbank 's-Gravenhage een tussenvonnis gewezen in de strafzaak tegen een verdachte die zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland is. De verdachte is op dat moment preventief gehecht in het Huis van Bewaring De Geniepoort in Alphen aan den Rijn. Tijdens de terechtzitting op 26 maart 2003 is de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.A.W. Knoester, gehoord. De officier van justitie, mr. Meulmeester, heeft primair verzocht om de zaak aan te houden en de verdachte te laten observeren in het Pieter Baan Centrum. Dit verzoek was gericht op het verkrijgen van duidelijkheid over de vraag of de verdachte een gevaar vormt voor zichzelf of voor anderen. Subsidiair heeft de officier van justitie gevorderd dat de verdachte ter beschikking wordt gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het onderzoek ter terechtzitting niet volledig is geweest. Gezien de ernst van de telastgelegde feiten en de aanwezige deskundigenrapportages, kon er geen sluitend antwoord worden gegeven op de vraag of de verdachte een gevaar vormt. Daarom heeft de rechtbank besloten het onderzoek te heropenen en te schorsen tot een nader te bepalen tijdstip. De rechtbank heeft de stukken in handen gesteld van de rechter-commissaris die belast is met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank.

In de beslissing heeft de rechtbank de zaak verwezen naar de rechter-commissaris, het onderzoek ter terechtzitting heropend en geschorst voor onbepaalde tijd, en de oproeping van de verdachte en de raadsman bevolen tegen het tijdstip van de nog nader te bepalen terechtzitting.

Uitspraak

RECHTBANK ’S-GRAVENHAGE
SECTOR STRAFRECHT
MEERVOUDIGE KAMER
(TUSSENVONNIS)
parketnummer 09/757338-02
rolnummer 0004
's-Gravenhage, 09 april 2003
De rechtbank 's-Gravenhage, rechtdoende in strafzaken, heeft het navolgende tussenvonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
thans preventief gehecht in het Huis van Bewaring De Geniepoort in Alphen aan den Rijn.
De terechtzitting.
Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 26 maart 2003.
De verdachte, bijgestaan door de raadsman mr J.A.W. Knoester, is verschenen en gehoord.
De officier van justitie mr Meulmeester heeft primair verzocht de zaak aan te houden en verdachte te laten observeren in het Pieter Baan Centrum, ten einde antwoord op de vraag te krijgen of verdachte een gevaar is voor zichzelf of voor anderen. Subsidiair heeft de officier van justitie gevorderd dat verdachte terzake van het hem bij dagvaarding onder feiten 1, 2, 3, 4 en 5 telastgelegde ter beschikking wordt gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege.
De telastlegging.
Aan verdachte is telastgelegd hetgeen is vermeld in de ingevoegde fotokopie van de dagvaarding, gemerkt A.
Heropening en schorsing van het onderzoek ter terechtzitting.
Bij de beraadslaging is de rechtbank gebleken dat het onderzoek ter terechtzitting niet volledig is geweest. Gelet op de in het dossier aanwezige deskundigenrapportages over verdachte kan er namelijk geen sluitend antwoord worden gegeven op de vraag of verdachte een gevaar vormt voor zichzelf of voor anderen en de rechtbank is van oordeel dat dit gezien de ernst van de telastgelegde feiten noodzakelijk is voor de bepaling van de eventuele strafmodaliteit.
De rechtbank zal om die reden het onderzoek heropenen en schorsen tot na te melden tijdstip.
De rechtbank stelt de stukken in handen van de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank, opdat:
- als aanvullende vraag aan de psychiater J.A. Westendorp en de psycholoog W.J.L. Lander wordt voorgelegd of zij, omtrent de vraag of verdachte een gevaar voor zichzelf, of anderen, of voor de algemene veiligheid van personen of goederen vormt, een nader antwoord kunnen formuleren;
- opdat deze datgene zal doen wat deze in het belang van het onderzoek noodzakelijk zal achten.
De rechtbank schorst het onderzoek voor een langere dan de in artikel 282, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering gestelde termijn, om de klemmende reden dat de agenda van de rechtbank een eerdere voortzetting niet mogelijk maakt en dat bedoeld onderzoek niet binnen een maand kan worden voltooid.
Beslissing.
De rechtbank,
verwijst de zaak met voormeld doel naar de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank;
heropent en schorst het onderzoek ter terechtzitting voor onbepaalde tijd;
beveelt de oproeping van de verdachte en de raadsman tegen het tijdstip van de nog nader te bepalen terechtzitting.
Dit vonnis is gewezen door
mrs Kalk, voorzitter,
Derijks en Nijman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr Schuurmans, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 09 april 2003.