ECLI:NL:RBSGR:2003:AF8322
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Herhaalde aanvraag om mvv en asielaanvraag door Afghaanse verzoekers
In deze zaak hebben verzoekers, van Afghaanse nationaliteit, een herhaalde aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) en asiel. De verzoekers, A en B, hebben eerder een aanvraag ingediend bij de minister van Buitenlandse Zaken, die was afgewezen. Na hun komst naar Nederland hebben zij een asielaanvraag ingediend, die eveneens werd afgewezen door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) op basis van artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De voorzieningenrechter oordeelt echter dat artikel 4:6 Awb niet van toepassing is, omdat de eerdere besluiten door een ander bestuursorgaan zijn genomen. De rechter stelt vast dat de IND niet bevoegd is om terug te komen op het besluit van de minister van Buitenlandse Zaken.
De verzoekers hebben documenten overgelegd ter ondersteuning van hun aanvraag, waaronder identiteitskaarten en medische stukken. Ze stellen dat ze in Pakistan door de Taliban zijn bedreigd en dat ze niet terug kunnen naar Afghanistan vanwege hun situatie. De IND heeft de aanvragen afgewezen, omdat de ingediende documenten niet als nieuwe feiten of omstandigheden werden beschouwd die aanleiding geven tot heroverweging van de eerdere afwijzing.
De voorzieningenrechter heeft de beroepen gegrond verklaard, de eerdere beschikkingen vernietigd en de IND opgedragen om opnieuw te beslissen op de aanvragen. De verzoeken om voorlopige voorziening zijn afgewezen, en de IND is veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de verzoekers. De uitspraak is openbaar gedaan op 14 maart 2003.