ECLI:NL:RBSGR:2003:AF8324
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- E. Steendijk
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van afwijzende beschikking asielaanvraag wegens gebrek aan zorgvuldigheid
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage op 6 maart 2003 uitspraak gedaan in een procedure betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening en een bodemzaak inzake de afwijzing van een asielaanvraag. Verzoekster, een Nigeriaanse vrouw geboren in 1984, had op 12 februari 2002 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel. De aanvraag werd op 15 februari 2002 afgewezen door de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening om uitzetting te voorkomen totdat er een beslissing op het beroep zou zijn genomen.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de afwijzing van de aanvraag niet zorgvuldig was tot stand gekomen. Dit oordeel was gebaseerd op de voorlopige zienswijze van 14 februari 2003, waarin werd gesteld dat verzoekster vanwege haar gezondheidstoestand niet in staat was om het nader gehoor en het voornemen tot afwijzing te bespreken. De voorzieningenrechter benadrukte dat van de verweerder verwacht mocht worden dat er een reactie op deze zienswijze werd gegeven, wat niet was gebeurd. Dit leidde tot de conclusie dat de bestreden beschikking in strijd was met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De voorzieningenrechter verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de beschikking van 15 februari 2002 en droeg de verweerder op om een nieuwe beschikking te geven met inachtneming van deze uitspraak. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd niet-ontvankelijk verklaard, en de verweerder werd veroordeeld in de proceskosten van verzoekster. De uitspraak biedt belangrijke inzichten in de zorgvuldigheidseisen die gelden bij de behandeling van asielaanvragen en de verplichtingen van de overheid om adequaat te reageren op zienswijzen van verzoekers.