ECLI:NL:RBSGR:2003:AI1530
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.J. van Bennekom
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van Angolese nationaliteit met betrekking tot geloofwaardigheid van afkomst en identiteitsdocumenten
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 14 juli 2003 uitspraak gedaan in een asielprocedure van eiser, een man van Angolese afkomst, die een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd had aangevraagd. Eiser, geboren in 1964 en afkomstig uit Cabinda, Angola, heeft verklaard dat hij lid is van de Frente para a Libertaçao do Enclave de Cabinda (FLEC) en dat hij vanwege zijn politieke activiteiten in Angola is gearresteerd en gemarteld. De rechtbank heeft de geloofwaardigheid van zijn verklaringen en de afwijzing van zijn asielaanvraag door de verweerder beoordeeld. De verweerder had gesteld dat eiser niet geloofwaardig was en dat hij geen documenten had overgelegd die zijn identiteit konden bevestigen. De rechtbank oordeelde dat de verweerder niet in redelijkheid kon concluderen dat eiser niet afkomstig was uit Cabinda en dat hij de Angolese nationaliteit bezat. De rechtbank wees erop dat eiser zijn identiteitskaart tijdens zijn arrestatie had verloren en dat dit niet aan hem kon worden toegerekend. Bovendien oordeelde de rechtbank dat de taalanalyse die door de verweerder was uitgevoerd, niet voldoende onderbouwd was om de ongeloofwaardigheid van eisers afkomst te staven. De rechtbank concludeerde dat de verklaringen van eiser, hoewel op sommige punten bevreemdingwekkend, niet zodanig onvolledig of onjuist waren dat de conclusie van de verweerder gerechtvaardigd was. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg de verweerder op een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens werd de verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser.