ECLI:NL:RBSGR:2003:AI1551
Rechtbank 's-Gravenhage
- Kort geding
- J.S.W. Holtrop
- Rechtspraak.nl
Uitlevering van eiser aan de Verenigde Staten en de beoordeling van disproportionele vervolgingsdrang
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage op 28 augustus 2003 uitspraak gedaan in een kort geding over de uitlevering van eiser aan de Verenigde Staten. Eiser, die zich op dat moment in detentie bevond, voerde aan dat recente ontwikkelingen in de VS, waaronder een deal met medeverdachten, een belemmering vormden voor zijn uitlevering. De gedaagde, de Staat der Nederlanden, stelde echter dat er geen basis was voor deze claim, aangezien de Amerikaanse autoriteiten hadden aangegeven dat de 'plea offers' niet hadden geleid tot 'plea agreements'. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vordering van eiser niet kon worden toegewezen, omdat de door hem geschetste omstandigheden niet voldoende waren om de uitlevering te blokkeren.
De rechtbank behandelde ook de vraag of de uitlevering in strijd zou zijn met artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), dat verbiedt dat iemand wordt blootgesteld aan onmenselijke of vernederende behandeling. Eiser stelde dat de straf die hem in de VS te wachten stond onmenselijk hoog was, maar de rechtbank oordeelde dat een hoge straf op zich niet gelijkstaat aan foltering of onmenselijke behandeling. Bovendien werd opgemerkt dat de Nederlandse overheid verplicht is om aan uitleveringsverzoeken te voldoen, tenzij er dwingende redenen zijn om dit niet te doen.
Eiser voerde ook aan dat zijn staatloosheid en de gevolgen daarvan voor zijn gezinsleven een reden moesten zijn om de uitlevering te weigeren. De rechtbank oordeelde echter dat er geen bewijs was dat eiser daadwerkelijk staatloos was en dat hij geen pogingen had ondernomen om een nationaliteit te verkrijgen. De rechtbank concludeerde dat de gedaagde in redelijkheid tot uitlevering had kunnen besluiten en wees de vordering van eiser af. Eiser werd veroordeeld in de kosten van het geding, die op € 1.259,50 werden begroot, inclusief griffierecht.