ECLI:NL:RBSGR:2003:AL4900
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- J.M.T. Nijenhof
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek voorlopige voorziening inzake tewerkstellingsvergunning voor chauffeurs uit derde landen
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 3 juni 2003 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening met betrekking tot tewerkstellingsvergunningen voor chauffeurs met de Poolse en Hongaarse nationaliteit, werkzaam in Europa. De verzoekers, Vos Logistics Oss bv (de werkgever) en de werknemers, hadden aanvragen ingediend voor tewerkstellingsvergunningen die door de Centrale organisatie werk en inkomen (COWI) waren geweigerd. De weigering was gebaseerd op het feit dat de chauffeurs niet in Nederland tewerkgesteld zouden zijn, terwijl de EG-Verordening 484/2002 juist beoogt om controle uit te oefenen op bestuurders die buiten de lidstaat van vestiging van de vervoersonderneming werken.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de eis dat bestuurders in Nederland werkzaam dienen te zijn, niet in overeenstemming is met de tekst, doel en strekking van de Verordening. De rechtbank heeft vastgesteld dat de werkgever niet voldoende bewijs had geleverd dat de chauffeurs daadwerkelijk in Nederland zouden worden tewerkgesteld, maar dat de eisen die door COWI werden gesteld niet in lijn waren met de Europese regelgeving. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen en COWI opgedragen om binnen zes weken na de uitspraak te beslissen op het bezwaar van de werkgever en werknemers.
Daarnaast is COWI veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker, vastgesteld op € 644, en is het griffierecht van € 232 vergoed aan de verzoeker. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor nationale autoriteiten om zich te houden aan Europese regelgeving bij het verlenen van tewerkstellingsvergunningen aan chauffeurs uit derde landen.