ECLI:NL:RBSGR:2003:AL8195
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Toewijzing voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met betrekking tot mvv-vereiste en medische situatie
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage op 4 juni 2003 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekers, bestaande uit drie Soedanese nationaliteiten, hebben een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning regulier onder de beperking voor medische behandeling. De voorzieningenrechter oordeelt dat het mvv-vereiste, zoals vastgelegd in artikel 17, eerste lid, aanhef en onder c, van de Vreemdelingenwet 2000, niet van toepassing is op de verzoekers. De voorzieningenrechter stelt vast dat deze bepaling slechts een beperkte strekking heeft en niet bedoeld is om vreemdelingen die in een medische noodsituatie terecht dreigen te komen vrij te stellen van het mvv-vereiste. De rechter benadrukt dat verweerder onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de gevolgen van terugkeer naar Sudan voor verzoekster sub 3, die lijdt aan een ernstige medische aandoening. Verzoekers hebben overtuigend aangetoond dat verzoekster sub 3 bij terugkeer in een medische noodsituatie kan komen, en dat er in Sudan geen adequate medische voorzieningen beschikbaar zijn. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening toe, verbiedt de verweerder om verzoekers uit Nederland te verwijderen totdat op het bezwaar is beslist, en veroordeelt de verweerder in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid in de besluitvorming van de overheid, vooral in zaken die de gezondheid en veiligheid van individuen aangaan.