ECLI:NL:RBSGR:2003:AL8882

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
13 oktober 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
09/925442-03 + 09/920312-01 (TUL)
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • A. Quadekker
  • J. Krekel
  • M. van Wezel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in strafzaak met vordering tot tenuitvoerlegging

In de strafzaak tegen de verdachte, die op 13 oktober 2003 voor de Rechtbank 's-Gravenhage werd behandeld, heeft de rechtbank geoordeeld dat de officier van justitie, mr. J.J. Beliën, niet voldoende bewijs heeft geleverd voor de telastlegging. De verdachte was in verzekering gesteld op 18 mei 2003 en in voorlopige hechtenis op 21 mei 2003, maar deze voorlopige hechtenis werd geschorst op 25 juli 2003. Tijdens de zitting op 29 september 2003 werd de verdachte bijgestaan door zijn raadsman, mr. A.B. Baumgarten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vordering tot tenuitvoerlegging van de eerder opgelegde jeugddetentie, die op 28 maart 2002 door de kinderrechter was opgelegd, niet kon worden toegewezen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de hem bij dagvaarding telastgelegde feiten, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij deze had begaan. Dit vonnis is uitgesproken in het openbaar en de rechtbank heeft de vordering tot tenuitvoerlegging afgewezen, waarmee de verdachte niet verder gestraft zal worden voor de eerdere veroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK ’S-GRAVENHAGE
SECTOR STRAFRECHT
MEERVOUDIGE KAMER
(VERKORT VONNIS)
's-Gravenhage, 13 oktober 2003.
De rechtbank 's-Gravenhage, rechtdoende in strafzaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
[geboortedatum] [geboorteplaats],
[adres]
De terechtzitting.
Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 29 september 2003.
De verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. A.B. Baumgarten, is verschenen en gehoord.
De officier van justitie mr. J.J. Beliën heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het hem bij dagvaarding onder primair telastgelegde wordt vrijgesproken en dat verdachte ter zake van het hem bij dagvaarding onder subsidiair telastgelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 68 dagen, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, en tot de leerstraf “ Individuele sociale vaardigheidstraining” voor de duur van 26 uur, subsidiair 13 dagen vervangende hechtenis, alsmede tot een werkstraf voor de duur van 240 uur, subsidiair 120 dagen vervangende hechtenis.
Voorts heeft de officier van justitie gepersisteerd bij de schriftelijke vordering tot tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk deel van de jeugddetentie, waartoe verdachte bij vonnis van de kinderrechter in deze rechtbank d.d. 28 maart 2002 is veroordeeld, te weten één maand jeugddetentie, waarbij de officier van justitie heeft gevorderd dat de last wordt gegeven dat de maand jeugddetentie wordt omgezet in een gevangenisstraf voor de duur van één maand.
De telastlegging.
Aan verdachte is telastgelegd hetgeen is vermeld in de ingevoegde fotokopie van de dagvaarding, gemerkt A.
Vrijspraak.
De rechtbank acht op grond van het onderzoek ter terechtzitting niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte bij dagvaarding is telastgelegd, zodat hij daarvan dient te worden vrijgesproken.
Dit brengt mee dat de vordering tot tenuitvoerlegging onder parketnummer [ ] dient te worden afgewezen.
Beslissing.
De rechtbank,
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het hem bij dagvaarding telastgelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis;
in verzekering gesteld op : 18 mei 2003;
in voorlopige hechtenis gesteld op : 21 mei 2003;
welke voorlopige hechtenis werd geschorst met ingang van : 25 juli 2003
wijst af de vordering d.d. 22 september 2003 tot ten uitvoerlegging van de straf, voorwaardelijk opgelegd bij voormeld van de kinderrechter in deze rechtbank d.d. 28 maart 2002, gewezen onder parketnummer [ ].
Dit vonnis is gewezen door
mrs Quadekker, voorzitter,
Krekel en Van Wezel, rechters,
in tegenwoordigheid van mr Van der Steen, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 13 oktober 2003.