ECLI:NL:RBSGR:2003:AN9841
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van Russische burgers met etnische discriminatie als grond
In deze zaak hebben vier eisers, allen burgers van de Russische Federatie, asiel aangevraagd in Nederland. De eisers, die etnisch Armeens zijn, hebben hun land verlaten vanwege systematische discriminatie en bedreigingen die zij ondervonden in hun woonplaats in de Russische Federatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eisers hun stellingen over de onhoudbare situatie in Rusland voldoende hebben onderbouwd. De eisers hebben op 21 en 22 januari 2001 aanvragen om toelating als vluchteling ingediend, die door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) zijn afgewezen. De rechtbank heeft de eerdere uitspraak van de IND vernietigd, omdat deze niet zorgvuldig was en niet voldeed aan de vereisten van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelde dat de IND onvoldoende had onderbouwd dat de eisers zich elders in de Russische Federatie konden vestigen om aan de problemen te ontsnappen. De rechtbank heeft de IND opgedragen om opnieuw te beslissen op de aanvragen van de eisers, met inachtneming van de bevindingen in deze uitspraak. De rechtbank heeft ook de proceskosten van de eisers vergoed, die zijn vastgesteld op € 1.288,--. De uitspraak is gedaan op 26 september 2003 en partijen hebben de mogelijkheid om binnen vier weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.