ECLI:NL:RBSGR:2004:AO2593
Rechtbank 's-Gravenhage
- Kort geding
- R.J. Paris
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van hypotheekbank voor ondeugdelijk beleggingsproduct in kort geding
In deze zaak, die zich afspeelt in het kort geding, heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 26 januari 2004 uitspraak gedaan in de zaak tussen de stichting Stichting Benadeelden Triple Plus/Plentium Trust en Achmea Hypotheekbank N.V. De eiseres, vertegenwoordigd door procureur mr. V. Kortenbach, vorderde een voorschot op de geleden schade van € 45.378,- van de gedaagde, die als hypotheekbank fungeerde. De zaak draait om de vraag of de gedaagde onderzoek had moeten verrichten naar de deugdelijkheid van het beleggingsproduct Triple Plus, dat in combinatie met de hypothecaire geldlening werd aangeboden. De eiseres stelt dat de gedaagde aansprakelijk is voor de schade die de gedupeerden hebben geleden door de ondeugdelijkheid van het product, en dat de gedaagde in strijd heeft gehandeld met haar zorgplicht.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde niet verplicht was om onderzoek te doen naar de deugdelijkheid van het beleggingsproduct, omdat de gedupeerden primair geïnteresseerd waren in de investering in Triple Plus en niet in de hypothecaire lening zelf. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde niet aansprakelijk kon worden gehouden voor het verlies van de geïnvesteerde gelden, omdat er geen bewijs was dat de gedaagde bemiddeld had bij de investering in Triple Plus. De vorderingen van de eiseres werden dan ook afgewezen, en eiseres werd veroordeeld in de kosten van het geding.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van hypotheekbanken in relatie tot de producten die zij aanbieden en de noodzaak voor duidelijke communicatie over de risico's van beleggingen. De rechter concludeerde dat de gedaagde niet in strijd had gehandeld met de relevante wetgeving en dat er geen sprake was van koppelverkoop, waardoor de vordering van de eiseres niet kon worden toegewezen.