ECLI:NL:RBSGR:2004:AO5573
Rechtbank 's-Gravenhage
- Kort geding
- J.S.W. Holtrop
- Rechtspraak.nl
Vordering tot vervolging wegens huisvredebreuk en ontruiming van een gekraakt pand
In deze zaak vorderde eiser, die niet de eigenaar is van het pand, dat de Staat der Nederlanden (Ministerie van Justitie) zou overgaan tot vervolging van degenen die zonder toestemming het pand hebben betreden en het dichtgetimmerd hebben. Eiser stelde dat hij een spoedeisend belang had, omdat hij thans niet over een woning beschikte. De voorzieningenrechter oordeelde dat eiser geen recht of titel had om het pand te gebruiken, aangezien hij niet de eigenaar was en geen toestemming had van de eigenaresse. De eigenaresse had het pand ontruimd, omdat zij aannam dat de gebruikers het pand hadden verlaten. De rechter concludeerde dat er geen redenen waren om te verwachten dat de aangifte van huisvredebreuk en inbraak niet kon worden opgenomen, maar dat de vordering van eiser om tot vervolging over te gaan niet kon worden toegewezen. Eiser had de mogelijkheid om aangifte te doen, waarna de vervolging zou kunnen worden overwogen. De rechter wees de vorderingen van eiser af en veroordeelde hem in de kosten van het geding, die op € 944,-- werden begroot. Dit vonnis werd uitgesproken op 12 maart 2004.