RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
SECTOR STRAFRECHT
MEERVOUDIGE KAMER
(VERKORT VONNIS)
parketnummer 09/926082-03 en 09/053607-03 (t.b.g.)
rolnummer 0009
's-Gravenhage, 19 maart 2004
De rechtbank 's-Gravenhage, rechtdoende in strafzaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres],
thans gedetineerd in Penitentiaire Inrichting Vught - Nieuw Vosseveld 2, Huis van Bewaring, te Vught.
Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 5 maart 2004.
De verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr Cantarella, is verschenen en gehoord.
Er heeft zich een benadeelde partij gevoegd.
De officier van justitie mr De Groot heeft gevorderd dat verdachte terzake van het hem bij dagvaarding onder 1 primair en 2 telastgelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 jaar, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
Met betrekking tot de vordering van de benadeelde partij refereert de officier van justitie zich aan het oordeel van de rechtbank.
De officier van justitie heeft voorts gevorderd dat de blijkens de lijst van inbeslaggenomen, niet teruggegeven voorwerpen - hierna te noemen beslaglijst, waarvan een fotokopie, gemerkt C, aan dit vonnis is gehecht - onder verdachte inbeslaggenomen voorwerpen genummerd 1 tot en met 6 zullen worden teruggegeven aan verdachte.
Aan verdachte is telastgelegd hetgeen is vermeld in de ingevoegde fotokopie van de dagvaarding, gemerkt A.
Door de voormelde inhoud van vorenstaande bewijsmiddelen -elk daarvan, ook in zijn onderdelen, gebruikt voor het bewijs van datgene waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft- staan de daarin genoemde feiten en omstandigheden vast en is de rechtbank op grond daarvan tot de overtuiging gekomen en acht zij wettig bewezen, dat verdachte de bij dagvaarding onder 1 primair en 2 vermelde feiten heeft begaan, met dien verstande, dat de rechtbank bewezen acht -en als hier ingelast beschouwt, zulks met verbetering van eventueel in de telastlegging voorkomende type- en taalfouten, zoals weergegeven in de bewezenverklaring, door welke verbetering verdachte niet in de verdediging is geschaad- de inhoud van de telastlegging, zoals deze is vermeld in de fotokopie daarvan, gemerkt B.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde en van de verdachte.
Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat het na te melden misdrijven oplevert.
Verdachte is deswege strafbaar, nu geen strafuitsluitingsgronden aannemelijk zijn geworden.
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden, waaronder zij zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Voorts wordt met betrekking tot de op te leggen onvoorwaardelijke gevangenisstraf het volgende overwogen.
Verdachte wordt verweten dat hij op 8 augustus 2003 een ander heeft mishandeld door het geven van een vuistslag in het gezicht van die ander, waardoor dit slachtoffer bewusteloos is geweest, letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden. Dit feit vond plaats midden in de nacht op de openbare weg nadat verdachte die avond vele alcoholische dranken had genuttigd.
Vervolgens is verdachte op 27 november 2003 onder gelijke omstandigheden, dus midden in nacht op de openbare weg en zwaar onder invloed van alcohol, wederom in gevecht geraakt met een andere man. Verdachte heeft nadat het slachtoffer reeds bewegingloos op straat lag meerdere malen met kracht tegen het lichaam en het hoofd van het slachtoffer geschopt en heeft vervolgens, eveneens meerdere malen, op het hoofd van het slachtoffer in staan trappen/ stampen, tussendoor ook nog vuistslagen gevend tegen het lichaam en het hoofd van het slachtoffer. Tweemaal is verdachte door getuigen tijdens het trappen verbaal vermaand met deze gewelddadige handelingen te stoppen. De eerste keer heeft verdachte teruggeroepen dat de desbetreffende getuige zich er niet mee moest bemoeien en de tweede keer heeft verdachte geheel niet gereageerd. Pas toen verdachte bij zijn middel werd vastgepakt en werd weggetrokken, is hij gestopt.
Door voornoemde gewelddadige gedragingen is het slachtoffer zeer ernstig gewond geraakt. Zo heeft het slachtoffer ernstig hersenletsel opgelopen en is hij na tot voorkort in comateuze toestand te hebben verkeerd, nog steeds niet aanspreekbaar en reageert hij nog nauwelijks op zijn omgeving. Hij verblijft thans in een verzorgingstehuis en is volledig zorgafhankelijk. Gezien de relatief lange duur van zijn huidige toestand lijkt een compleet herstel in de toekomst onwaarschijnlijk. Deze gevolgen van de gedragingen van verdachte hebben de familie (waaronder zijn twee kinderen) en vrienden van het slachtoffer veel leed toegebracht. De huidige situatie vergt zeer veel van directe familieleden van het slachtoffer, zowel emotioneel als financieel. Het slachtoffer is juridisch en medisch gezien weliswaar nog in leven, maar de medische toestand van het slachtoffer en de daarmee gepaard gaande te nemen beslissingen, waaronder voor de toekomst eventueel de keuze voor euthanasie, leggen een zware last op de schouders van de directe familie van het slachtoffer en maken (rouw)verwerking nog niet mogelijk.
Daarnaast is verdachte bij zijn gedragingen volledig voorbij gegaan aan de gevoelens van angst en onveiligheid die deze handelwijze kan veroorzaken bij omstanders en in de samenleving.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het voorlichtingsrapport van de stichting Reclassering Nederland van 3 februari 2004, waarin wordt geconcludeerd dat de kans op recidive groot is.
Ook de rechtbank is van oordeel dat de kans op recidive groot is, met name gelet op het feit dat verdachte binnen korte periode tweemaal gewelddadige feiten heeft gepleegd. Bovendien blijkt uit het op naam van verdachte staand uittreksel van het algemeen documentatieregister d.d. 1 december 2003 (ondermeer) dat verdachte eerder (in 1995) voor een geweldsfeit is veroordeeld.
Naar het oordeel van de rechtbank is de door de officier gevorderde straf zeer hoog.
Anderzijds meent de rechtbank dat het hier een poging tot doodslag betreft in zijn meest ernstige en schrijnende vorm. De rechtbank kan zich voorstellen dat de effecten hiervan voor de familie en vrienden van het slachtoffer minstens zo ernstig en ingrijpend zijn als bij een voltooide doodslag en in zekere zin misschien zelfs ernstiger en ingrijpender. Gelet op dit alles acht de rechtbank de door de officier gevorderde straf passend en geboden.
Inbeslaggenomen voorwerpen.
De rechtbank zal de teruggave aan verdachte gelasten van de blijkens de beslaglijst inbeslaggenomen voorwerpen genummerd 1 tot en met 6, te weten een riem Dolce&Gabbana (kleur zwart), een overhemd Dolce&Gabbana (kleur wit, materiaal: katoen), een paar schoenen Boticelli (kleur bruin, donkerbruin met nylon en klittenband), een paar schoenen Boticelli (kleur bruin, licht- en donkerbruin met klittenband), een spijkerbroek (kleur blauw, Diesel Rr55) en een spijkerbroek (kleur blauw, Diesel, betreft spijkerbroek met rafels).
De vordering van de benadeelde partij.
Door [gemachtigde] is voor [benadeelde partij], ter terechtzitting een vordering benadeelde partij tot schadevergoeding, groot ? 20.000,00, ingediend.
De rechtbank zal de benadeelde partij in zijn vordering, inhoudende een voorschot aan immateriële schade, hoeveel begrip de rechtbank ook heeft voor deze vordering, niet ontvankelijk verklaren aangezien aan de vordering juridisch gezien zoveel haken en ogen zitten dat zij zich niet leent voor behandeling in het strafgeding.
De toepasselijke wetsartikelen.
De artikelen:
- 45, 57, 287 en 300 van het Wetboek van Strafrecht.
verklaart in voege als overwogen wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte de bij dagvaarding onder 1 primair en 2 telastgelegde feiten heeft begaan en dat het bewezene uitmaakt:
t.a.v. feit 1 primair:
POGING TOT DOODSLAG;
t.a.v. feit 2:
MISHANDELING;
verklaart het bewezene en verdachte deswege strafbaar;
veroordeelt verdachte te dier zake tot:
gevangenisstraf voor de duur van 9 JAREN;
bepaalt, dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
in verzekering gesteld op : 28 november 2003,
in voorlopige hechtenis gesteld op : 1 december 2003;
De rechtbank zal de teruggave aan verdachte gelasten van de blijkens de beslaglijst inbeslaggenomen voorwerpen genummerd 1 tot en met 6, te weten een riem Dolce&Gabbana (kleur zwart), een overhemd Dolce&Gabbana (kleur wit, materiaal: katoen), een paar schoenen Boticelli (kleur bruin, donkerbruin met nylon en klittenband), een paar schoenen Boticelli (kleur bruin, licht- en donkerbruin met klittenband), een spijkerbroek (kleur blauw, Diesel Rr55) en een spijkerbroek (kleur blauw, Diesel, betreft spijkerbroek met rafels).
bepaalt dat de benadeelde partij [benadeelde partij], niet ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding, en dat deze zijn vordering bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte bij dagvaarding meer of anders is telastgelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door
mrs Poustochkine, voorzitter,
Bonneur en Bergman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr Braeken, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 19 maart 2004.