ECLI:NL:RBSGR:2004:AO7311

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
24 februari 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
391459/04.80080
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.P. Mulder
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deeltijdontbinding van arbeidsovereenkomst na reorganisatie

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage op 24 februari 2004 uitspraak gedaan in een verzoekschrift tot ontbinding van een arbeidsovereenkomst. De verzoekende partij, Sakata Seed Europe B.V., heeft verzocht om een partiële ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de verwerende partij, die sinds 1 mei 2000 in dienst was als assistant flower product department. Door een noodzakelijke reorganisatie is de functie van de verwerende partij komen te vervallen. De verzoekende partij stelde voor om de arbeidsovereenkomst te reduceren van 30,4 uur naar 20 uur per week, met een vergoeding van € 3.500,-- voor te derven inkomsten.

De verwerende partij heeft het primaire verzoek tot partiële ontbinding afgewezen, maar refereerde zich aan het subsidiaire verzoek. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de aangeboden vergoeding billijk is en dat de omstandigheden van de zaak een gedeeltelijke ontbinding rechtvaardigen. De kantonrechter heeft overwogen dat de functie van de verwerende partij door de reorganisatie is komen te vervallen, wat een verandering in de omstandigheden met zich meebrengt. Dit leidt tot de conclusie dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve gedeeltelijk behoort te eindigen.

De kantonrechter heeft vervolgens de arbeidsovereenkomst per 1 april 2004 ontbonden voor 10,4 uur per week, waardoor de arbeidsovereenkomst van de verwerende partij wordt teruggebracht naar 20 uur per week. Tevens is aan de verwerende partij een vergoeding van € 3.500,-- toegekend, te betalen door de verzoekende partij. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij haar eigen kosten draagt. Deze beschikking is gegeven door mr. J.P. Mulder en uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector kanton - locatie Alphen aan den Rijn
JE/Zaaknr.: 391459/04.80080
Beschikking in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Sakata Seed Europe B.V.,
statutair gevestigd alsmede kantoorhoudende te Rijsenhout,
verzoekende partij,
gemachtigde mr. R.E.G. Scheepstra, advocaat te Amsterdam,
TEGEN
[verwerende partij],
wonende te [woonplaats], [adres],
verwerende partij,
gemachtigde mr. J.M. Vervoorn, advocaat te Nieuwkoop.
De procedure
De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende stukken.
* verzoekschrift tot ontbinding van de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen.
* verweerschrift.
De overwegingen
Vaststaat dat verwerende partij, geboren op [geboortedatum], sedert 1 mei 2000 bij verzoekende partij in dienst is in de functie van assistant flower product department, laatstelijk tegen een salaris van € 2.395,26 bruto per maand, te vermeerderen met 8% vakantiebijslag en overige emolumenten bij een dienstverband van 30,44 uur.
Verzoekende partij stelt dat door een noodzakelijke reorganisatie van het bedrijf van verzoekende partij de functie van verwerende partij is komen te vervallen. Een andere passende functie voor verwerende partij is slechts de parttime functie van "Assistant to Lisianthus and Other Cut Flowers Project Manager" voor niet meer dan 20 uur per week.
Verzoekende partij verzoekt primair om de arbeidsovereenkomst met verwerende partij partieel te ontbinden voor 10,4 uur per week zodat de arbeidsovereenkomst wordt teruggebracht naar 20 uur per week, onder toekenning van een vergoeding van € 3.500,-- ten titel van vergoeding naar billijkheid voor te derven inkomsten in de komende jaren.
Subsidiair wordt, indien een partiële ontbinding niet geraden is, verzocht de arbeidsovereenkomst te ontbinden onder toekenning van een vergoeding van € 3.500,-- ten titel van vergoeding naar billijkheid voor te derven inkomsten in de komende jaren, met dien verstande dat verzoekende partij na ontbinding van de arbeidsovereenkomst aan verwerende partij een nieuwe arbeidsovereenkomst zal aanbieden voor 20 uur per week.
Verwerende partij verzoekt het primaire (partiële) verzoek af te wijzen, maar refereert zich met betrekking tot het subsidiaire verzoek aan het oordeel van de kantonrechter.
De kantonrechter heeft zich er van vergewist of het verzoek verband houdt met een opzegverbod zoals bedoeld in artikel 7:685 lid 1 BW.
Nu beide partijen gedeeltelijke ontbinding wensen en artikel 7:685 B.W. gedeeltelijke ontbinding niet uitdrukkelijk verbiedt en Boek 6 van het B.W. gedeeltelijke ontbinding omvat en niet valt in te zien waarom zulks niet zou doorwerken in het arbeidsovereenkomstenrecht, acht de kantonrechter gedeeltelijke ontbinding toewijsbaar.
Het vervallen van de functie van verwerende partij levert een verandering in de omstandigheden op welke van dien aard is dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve gedeeltelijk behoort te eindigen. De aangeboden vergoeding komt de kantonrechter, gelet op de omstandigheden van het geval, billijk voor.
Nu de aangeboden vergoeding wordt toegekend, behoeft verzoekende partij niet in de gelegenheid te worden gesteld het verzoek in te trekken.
De kantonrechter zal de proceskosten compenseren als na te melden.
De beslissing
De kantonrechter:
ontbindt de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst per 1 april 2004 voor 10,4 uur per week zodat de arbeidsovereenkomst van verwerende partij wordt teruggebracht van 30,4 naar 20 uur per week;
kent aan verwerende partij ten laste van verzoekende partij een vergoeding toe ad € 3.500,-- bruto en veroordeelt verzoekende partij tot betaling van dit bedrag;
compenseert de kosten van deze procedure zo, dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.P. Mulder, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 februari 2004.