ECLI:NL:RBSGR:2004:AP1072
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- Hensen, voorzitter
- Bosma
- Van Maurik
- Rechtspraak.nl
Fraudezaak met betrokkenheid van ministerie en Deloitte en Touche
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank 's-Gravenhage op 8 juni 2004, stond de verdachte terecht in een fraudezaak die was aangevangen met een aangifte namens het ministerie. Het Openbaar Ministerie (OM) had een rapport gepresenteerd, opgesteld door forensisch accountants van Deloitte en Touche, waarin de verdachte en zijn medegedaagden als nauw betrokkenen bij de fraude werden aangewezen. De verdediging stelde dat het OM niet ontvankelijk moest worden verklaard vanwege schending van het gelijkheidsbeginsel, met name met betrekking tot de rol van de directeur-generaal (DG) van het ministerie. De rechtbank oordeelde dat het rapport niet belastend was voor de politieke en ambtelijke leiding van het ministerie, en dat de vervolging van de verdachte gerechtvaardigd was, mits de uitkomsten van het rapport door onderzoek werden bevestigd.
De rechtbank overwoog dat het OM zich niet moest laten leiden door mogelijke negatieve publiciteit bij de vervolgingsbeslissing. Er werd ook gekeken naar de rol van de DG, die in het rapport als dubieus werd omschreven. De rechtbank concludeerde dat, hoewel de DG mogelijk ook vervolgd had kunnen worden, het OM gerechtigd was om de verdachte te vervolgen. De verdediging voerde aan dat het niet beschikbaar zijn van relevante stukken de waarheidsvinding schaadde, maar de rechtbank oordeelde dat dit niet aan het OM kon worden toegerekend, aangezien het ontbreken van stukken pas na de vervolgingsbeslissing aan het licht kwam.
Uiteindelijk sprak de rechtbank de verdachte vrij, omdat niet wettig en overtuigend bewezen was dat hij het hem bij dagvaarding telastgelegde had begaan. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet de opzet had om te misleiden met betrekking tot de datum op de documenten, en dat zijn parafen niet bedoeld waren om enige datum te bevestigen. De rechtbank verklaarde de verdachte vrij van alle beschuldigingen.