ECLI:NL:RBSGR:2004:AP4389
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- K. Wentholt
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatigheid van de maatregel van bewaring in vreemdelingenzaken
In deze uitspraak van de Rechtbank 's-Gravenhage op 17 februari 2004, met zaaknummer AWB 04/6007, werd het beroep van eiser tegen de maatregel van bewaring gegrond verklaard. Eiser, een Algerijnse vreemdeling, was op 22 december 2003 in bewaring gesteld op grond van artikel 59 van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank constateerde dat er sinds de aanvraag van een laissez-passer bij de Algerijnse autoriteiten onduidelijkheid was ontstaan over de voortgang van de uitzetting. Tijdens de zitting op 5 januari 2004 had verweerder, de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, verklaard dat er informatie was opgevraagd bij de Algerijnse autoriteiten, maar de rechtbank kwam tot de conclusie dat verweerder onvoldoende en onjuist had geïnformeerd. Dit leidde tot de vaststelling dat de bewaring onrechtmatig was geworden, omdat er geen voldoende zicht op uitzetting bestond. De rechtbank oordeelde dat de gebrekkige informatieverstrekking door verweerder aan de rechtbank ernstige gevolgen had voor de rechtsgang. De rechtbank besloot de maatregel van bewaring op te heffen en wees het verzoek om schadevergoeding af. Tevens werd verweerder veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van eiser, die op € 322,-- werden vastgesteld. Tegen deze uitspraak stond geen hoger beroep open.