ECLI:NL:RBSGR:2004:AP8163
Rechtbank 's-Gravenhage
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Kort geding tot wedertewerkstelling bij de Nederlandse Hartstichting
In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. R.G. Prakke, een kort geding aangespannen tegen de Nederlandse Hartstichting, vertegenwoordigd door mr. C.J. Hagen, met als doel wedertewerkstelling. Tegelijkertijd loopt er een procedure waarin de Nederlandse Hartstichting verzoekt om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met eiser. Op 15 juni 2004 heeft er een mondelinge behandeling plaatsgevonden in beide procedures. De kantonrechter heeft kennisgenomen van de dagvaarding, de conclusie van antwoord en de pleitaantekeningen van eiser, inclusief een videoband die ter griffie is gedeponeerd.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling de beschikking ex art. 7:685 BW in overweging genomen, waarin het verzoek van de Nederlandse Hartstichting om de arbeidsovereenkomst met eiser te ontbinden is afgewezen. Dit heeft geleid tot de situatie dat eiser weer tot het werk kan worden toegelaten. De kantonrechter achtte het echter noodzakelijk om een comparitie van partijen te gelasten om te onderzoeken of er mogelijkheden zijn voor een minnelijke oplossing.
De comparitie is gepland op 28 juli 2004 om 14:00 uur in het Paleis van Justitie te ’s-Gravenhage. De kantonrechter heeft iedere verdere beslissing aangehouden tot na deze comparitie. Dit vonnis is uitgesproken op 6 juli 2004 door mr. E.D. Rentema, kantonrechter te ‘s-Gravenhage, in aanwezigheid van de griffier.