ECLI:NL:RBSGR:2004:AP8163

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
6 juli 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
Rolnr: 417650/04-11300
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding tot wedertewerkstelling bij de Nederlandse Hartstichting

In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. R.G. Prakke, een kort geding aangespannen tegen de Nederlandse Hartstichting, vertegenwoordigd door mr. C.J. Hagen, met als doel wedertewerkstelling. Tegelijkertijd loopt er een procedure waarin de Nederlandse Hartstichting verzoekt om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met eiser. Op 15 juni 2004 heeft er een mondelinge behandeling plaatsgevonden in beide procedures. De kantonrechter heeft kennisgenomen van de dagvaarding, de conclusie van antwoord en de pleitaantekeningen van eiser, inclusief een videoband die ter griffie is gedeponeerd.

De kantonrechter heeft in zijn beoordeling de beschikking ex art. 7:685 BW in overweging genomen, waarin het verzoek van de Nederlandse Hartstichting om de arbeidsovereenkomst met eiser te ontbinden is afgewezen. Dit heeft geleid tot de situatie dat eiser weer tot het werk kan worden toegelaten. De kantonrechter achtte het echter noodzakelijk om een comparitie van partijen te gelasten om te onderzoeken of er mogelijkheden zijn voor een minnelijke oplossing.

De comparitie is gepland op 28 juli 2004 om 14:00 uur in het Paleis van Justitie te ’s-Gravenhage. De kantonrechter heeft iedere verdere beslissing aangehouden tot na deze comparitie. Dit vonnis is uitgesproken op 6 juli 2004 door mr. E.D. Rentema, kantonrechter te ‘s-Gravenhage, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK 's-GRAVENHAGE
Sector kanton – locatie ‘s-Gravenhage
Rolnr: 417650/04-11300
6 juli 2004
Vonnis ex art 254 Rv. in de zaak van:
[ ] [eiser],
[adres],
verder ook te noemen eiser,
gemachtigde: mr. R.G. Prakke,
tegen
de stichting Nederlandse Hartstichting
gevestigd te ‘s-Gravenhage,
verder ook te noemen gedaagde,
gemachtigde: mr. C.J. Hagen,
vrijwillig verschenen.
Procedure
De kantonrechter heeft kennis genomen van de dagvaarding en de conclusie van antwoord tevens pleitaantekeningen, beiden met producties, alsmede van de pleitaantekeningen van eiser. Door eiser is ter griffie ook nog een videoband gedeponeerd.
Tegelijkertijd met dit kort geding heeft tussen partijen een procedure ex art. 7:685 BW ge-diend, waarin partij [eiser] als verweerder is opgetreden.
Het kort geding strekt tot wedertewerkstelling van [eiser] bij de Nederlandse Hart-stichting.
In beide procedures heeft op 15 juni 2004 een mondelinge behandeling plaats gevonden.
De uitspraak is bepaald op heden.
De beschikking ex art. 7:685 BW wordt aan dit vonnis gehecht en maakt daarvan onverbre-kelijk deel uit.
Beoordeling
De beschikking ex art 7: 685 BW bevat de afwijzing van het verzoek van de Nederlandse Hartstichting om de arbeidsovereenkomst met eiser te ontbinden.
Aldus is een situatie ontstaan die er toe zal dienen te leiden dat eiser weer tot het werk wordt toegelaten.
Gelet op deze situatie, acht de kantonrechter het gewenst, alvorens te beslissen, om op zeer korte termijn een comparitie van partijen te houden om te bezien welke mogelijkheden er voor beide partijen zijn en of niet alsnog in der minne tot een oplossing kan worden gekomen.
Beslissing
De kantonrechter:
Gelast partijen, desgewenst vergezeld van hun gemachtigden en onder medeneming van alle ter zake dienende bescheiden, om voor de kantonrechter te verschijnen op:
28 juli 2004 te 14:00 uur
in een der kamers op de eerste etage van het Paleis van Justitie aan de Prins Clauslaan 60 te ’s-Gravenhage (melden bij balie C).
Houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.D. Rentema kantonrechter te ‘s-Gravenhage en in aanwe-zigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van 6 juli 2004.