ECLI:NL:RBSGR:2004:AQ9898
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. van Rossum
- B. Bergman
- C. Boerlage
- Rechtspraak.nl
Misbruik van een geestelijk gehandicapte minderjarige door een volwassene
Op 3 september 2004 heeft de Rechtbank 's-Gravenhage uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het meermalen plegen van seksuele handelingen met de geestelijk gehandicapte dochter van zijn schoonzus. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman drs. mr. L.P.H. de Milliano, op de terechtzitting van 20 augustus 2004 aanwezig was. De telastlegging was gebaseerd op de dagvaarding en de vordering wijziging telastlegging. Na het onderzoek ter terechtzitting heeft de rechtbank geoordeeld dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte de primair telastgelegde feiten had begaan, waardoor hij daarvan werd vrijgesproken.
De rechtbank heeft echter wel vastgesteld dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de subsidiair telastgelegde feiten. De verdachte had misbruik gemaakt van zijn overwicht als volwassene en het vertrouwen dat het slachtoffer in hem stelde. De rechtbank heeft de psychische gevolgen voor het slachtoffer in overweging genomen en heeft geoordeeld dat het bewezen verklaarde strafbaar was. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar. Tevens is reclasseringstoezicht opgelegd, inclusief de verplichting tot het volgen van een behandeling bij De Waag.
De rechtbank heeft de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 57 en 247 van het Wetboek van Strafrecht toegepast. De uitspraak is gedaan door de meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de voorzitter A. van Rossum en de rechters B. Bergman en C. Boerlage aanwezig waren. De uitspraak is openbaar gedaan op 3 september 2004.