ECLI:NL:RBSGR:2004:AR2417
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.M. Janse van Mantgem
- Rechtspraak.nl
Intrekking besluit op bezwaar en beroep niet tijdig beslissen in vreemdelingenzaak
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 11 september 2004 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, A, en de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie. Eiser, afkomstig uit de Federale Republiek Joegoslavië, had een aanvraag ingediend voor een vergunning tot verblijf met het doel medische behandeling te ondergaan. Deze aanvraag werd op 4 augustus 2003 afgewezen, en het daartegen ingediende bezwaar werd op 18 mei 2004 ongegrond verklaard. Eiser heeft hiertegen op 19 mei 2004 beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening om uitzetting te voorkomen totdat op het beroep was beslist. Op 29 juni 2004 trok de verweerder het besluit van 18 mei 2004 in.
De rechtbank oordeelde dat het niet tijdig nemen van een besluit op bezwaar niet valt onder het bereik van artikel 6:19, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit artikel is beperkt tot besluiten die door het bestuursorgaan zijn genomen, en het niet tijdig beslissen wordt niet als zodanig beschouwd. De rechtbank stelde vast dat eiser het onderwerp van zijn beroep niet kon wijzigen na de intrekking van het besluit, zonder wettelijke grondslag. Eiser had de mogelijkheid om afzonderlijk beroep in te stellen tegen het uitblijven van een besluit op bezwaar, wat niet aan een termijn is gebonden, mits dit niet onredelijk laat wordt ingediend.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiser niet-ontvankelijk en veroordeelde de verweerder in de proceskosten van € 322,- en het griffierecht van € 136,-. De uitspraak werd gedaan door mr. J.M. Janse van Mantgem, lid van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken, en werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier E.H. Mazel.