ECLI:NL:RBSGR:2004:AR4806
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van Afghaanse eiser en de beoordeling van de geloofwaardigheid van het asielrelaas
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 1 oktober 2004 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Afghaanse eiser, geboren in 1979, die een aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning asiel had ingediend. De eiser, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. H.J.M. Nijholt, had zijn aanvraag ingediend op 16 mei 2002, maar deze was door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) op 7 mei 2003 afgewezen. De IND had de afwijzing gemotiveerd met het argument dat de eiser onvoldoende documenten had overgelegd ter ondersteuning van zijn aanvraag en dat hij niet voldoende had meegewerkt aan de vaststelling van zijn reisroute. De rechtbank heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de relevante wetgeving en jurisprudentie, waarbij de geloofwaardigheid van het asielrelaas van de eiser centraal stond.
De rechtbank oordeelde dat de IND onvoldoende had gemotiveerd waarom de eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij in de negatieve aandacht van de Mujaheddin stond. De rechtbank stelde vast dat de eiser alle hem gestelde vragen volledig had beantwoord en dat zijn relaas op hoofdlijnen consistent was en strookte met de algemene situatie in Afghanistan. De rechtbank wees op de noodzaak voor de IND om de geloofwaardigheid van het asielrelaas van de eiser serieus te nemen, vooral gezien de politieke achtergrond van de familie van de eiser en de informatie uit ambtsberichten over de situatie in Afghanistan.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van de eiser gegrond, vernietigde het bestreden besluit van de IND en droeg de IND op om een nieuw besluit te nemen op de aanvraag, met inachtneming van de overwegingen in de uitspraak. Tevens werd de IND veroordeeld in de proceskosten van de eiser, die op € 644,- werden vastgesteld. Deze uitspraak benadrukt de belangrijke rol van de rechter in het waarborgen van de rechten van asielzoekers en de noodzaak voor een zorgvuldige beoordeling van hun aanvragen.