ECLI:NL:RBSGR:2004:AR8042
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- R.J. Paris
- Rechtspraak.nl
Vordering tot verbod van uitzetting naar Algerije
In deze zaak vordert de eiser, die gedetineerd is in PI Rotterdam Airport Uitzendcentrum, dat de Staat der Nederlanden hem verbiedt naar Algerije uit te zetten. De eiser stelt dat hij niet-ontvankelijk is in zijn vordering, omdat de aanzegging tot uitzetting niet appelabel is volgens artikel 72 lid 3 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000). Hij betoogt dat het Algerijnse paspoort, waaruit zou blijken dat hij de Algerijnse nationaliteit heeft, vals is en dat hij in werkelijkheid de Marokkaanse nationaliteit heeft. Dit wordt onderbouwd door het feit dat de Marokkaanse autoriteiten eerder laissez-passers voor hem hebben afgegeven en dat hij een Marokkaans paspoort bezit.
De rechtbank oordeelt dat de eiser op grond van artikel 72 lid 3 Vw 2000 wel degelijk rechtsmiddelen kan aanwenden tegen de dreigende uitzettingshandeling, aangezien deze gelijkgesteld wordt met een beschikking. Hierdoor kan de eiser administratief bezwaar maken en eventueel beroep instellen bij de vreemdelingenrechter. Tevens kan hij een verzoek indienen voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter concludeert dat er voor de eiser een rechtsgang openstaat die voldoende waarborgen biedt en die ook een snelle voorlopige voorziening mogelijk maakt.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank de eiser niet-ontvankelijk in zijn vordering en veroordeelt hem in de kosten van het geding, die aan de zijde van de gedaagde zijn begroot op € 1.057,--, waarvan € 816,-- aan salaris procureur en € 241,-- aan griffierecht. De uitspraak is gedaan op 29 november 2004 door de voorzieningenrechter R.J. Paris.