ECLI:NL:RBSGR:2004:AS2726
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot vaststelling van gebruiksrecht en ontruiming van ruimte in appartementsrecht
In deze zaak vordert eiser, [eiser], dat de rechtbank vaststelt dat een bepaalde ruimte, aangeduid als de slaapkamer, bij uitsluiting in gebruik is bij hem als eigenaar van appartementsindex 3. Tevens vordert hij een bevel aan gedaagde partij Nabofin B.V. om deze ruimte binnen twee dagen na betekening van het vonnis te ontruimen, op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag. De zaak betreft een geschil over de eigendom en het gebruik van een onroerende zaak, die in 1987 is gesplitst in drie appartementsrechten. Eiser heeft in 1991 een appartementsrecht verworven, terwijl Nabofin in 1999 een ander appartementsrecht heeft gekocht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de slaapkamer volgens de tekening behorend bij de akte van splitsing deel uitmaakt van het appartementsrecht van Nabofin. Eiser heeft betoogd dat de tekening onjuist is en dat de slaapkamer onder zijn recht valt, maar de rechtbank volgt dit standpunt niet. De rechtbank oordeelt dat de splitsing door inschrijving van de notariële akte en de bijbehorende tekening bindend is. Eiser heeft nagelaten om de tekening aan te passen, ondanks dat hij op de hoogte was van de vermeende fout. Hierdoor kan hij zich niet beroepen op de onjuistheid van de tekening tegenover Nabofin. De vordering van eiser wordt afgewezen, en hij wordt veroordeeld in de proceskosten van Nabofin en de andere gedaagden. Het vonnis is uitgesproken op 8 april 2004 door kantonrechter G.H.I.J. Hage.