ECLI:NL:RBSGR:2004:BH5684
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.A. Koppen
- Rechtspraak.nl
Vordering tot Rijksvergoeding door de gemeente Amsterdam tegen de Staat der Nederlanden
In deze zaak vordert de gemeente Amsterdam van de Staat der Nederlanden een rijksvergoeding van € 104.771,91, vermeerderd met wettelijke rente. De vordering is gebaseerd op een contra-expertise uitgevoerd door VB Accountants, die kosten in rekening heeft gebracht in het kader van een bezwaarprocedure. De gemeente stelt dat deze kosten niet gedekt zijn door eerdere uitkeringen uit het Gemeentefonds. De Staat verwerpt deze vordering en stelt dat de gemeente al een vergoeding heeft ontvangen voor de kosten die zij nu vordert. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende processtukken, waaronder de dagvaarding en conclusies van antwoord, repliek en dupliek.
De rechtbank oordeelt dat de Staat niet kan volhouden dat de gemeente geen recht heeft op vergoeding, aangezien de onrechtmatigheid van het besluit van 24 september 1996 is vastgesteld. De rechtbank wijst het verweer van de Staat af dat een deel van de kosten niet gemaakt is ten behoeve van de bezwaarprocedure. De rechtbank concludeert dat de gemeente recht heeft op vergoeding van de kosten van deskundige bijstand, voor zover deze redelijk zijn. De rechtbank oordeelt dat de kosten van VB Accountants niet onredelijk hoog zijn en toewijsbaar zijn.
De rechtbank beslist dat de Staat de gemeente moet vergoeden voor een bedrag van € 80.403,72, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast wordt de Staat veroordeeld in de proceskosten van de gemeente, die zijn begroot op € 2.058,70 aan verschotten en € 2.450,- aan salaris van de procureur. Het vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde wordt afgewezen.