ECLI:NL:RBSGR:2004:BI5001
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.A. Koppen
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding als gevolg van onrechtmatige daad door de Staat
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 23 juni 2004 uitspraak gedaan over de omvang van de schade die eiser heeft geleden als gevolg van een aan de Staat toegerekende onrechtmatige daad. Eiser, vertegenwoordigd door procureur mr. M.A. Oosterveen, vorderde schadevergoeding van de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door procureur mr. F.W. Bleichrodt. De rechtbank heeft kennisgenomen van eerdere vonnissen en stukken, waaronder een vonnis van 25 juni 2003 en diverse akten van beide partijen.
De rechtbank oordeelde dat de Staat de kosten van rechtsbijstand van eiser, met uitzondering van enkele uren, heeft aanvaard. De rechtbank concludeerde dat eiser door toedoen van de Staat ongeveer een jaar in angst heeft geleefd, wat resulteerde in immateriële schade. Deze schade werd begroot op € 10.000,-. Daarnaast werd vastgesteld dat eiser door de Staat niet zonder risico naar Suriname kan terugkeren, wat ook een inbreuk op zijn persoonlijke levenssfeer vormt, waarvoor eveneens € 10.000,- schadevergoeding werd toegewezen.
De totale vordering van eiser werd toegewezen tot een bedrag van € 50.261,27, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank besloot dat partijen ieder hun eigen proceskosten moesten dragen, aangezien zij ieder voor een deel in het ongelijk waren gesteld. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen. Deze uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de Staat in gevallen van onrechtmatige daad en de gevolgen daarvan voor de betrokkenen.