ECLI:NL:RBSGR:2004:BI5042
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.A. Koppen
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van krediettoezegging en betalingsregeling in civiele procedure
In deze civiele procedure heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 30 juni 2004 uitspraak gedaan in een zaak tussen de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door het ministerie van Economische Zaken, en de besloten vennootschap Wouters & Van Laatun Katwijk Beheer B.V. De zaak betreft een terugvorderingsbeslissing die impliceerde dat de krediettoezegging aan de gedaagde was ingetrokken. Hierdoor is er geen verzoek om vaststelling van het kredietbedrag gedaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betalingsregeling niet vernietigbaar is op grond van dwaling of misbruik van omstandigheden. De gedaagde kon niet stellen dat hij bij het aangaan van de betalingsregeling van een onjuiste voorstelling van zaken is uitgegaan, noch dat de Staat misbruik heeft gemaakt van zijn onwetendheid.
De rechtbank heeft de verschuldigdheid van het gevorderde bedrag erkend, wat betekent dat de vordering van de Staat moet worden toegewezen. De rechtbank heeft Wouters & Van Laatun Katwijk Beheer B.V. veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 146.180,87, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 18 februari 2002 tot aan de dag van algehele voldoening. Daarnaast is de gedaagde in de proceskosten veroordeeld, die zijn begroot op € 2.775,- aan griffierecht en € 3.062,50 aan salaris van de procureur. Dit vonnis is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier en is uitvoerbaar bij voorraad.