ECLI:NL:RBSGR:2005:AT8947
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C.C. Dedel-van Walbeek
- Rechtspraak.nl
Vergoeding voor overwerk tijdens consignatie van militair personeel
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 9 juni 2005 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, een militair, en de Commandant van het District Koninklijke Marechaussee Noord-Holland/Utrecht. De eiser had op 15 en 16 maart en 21 april 2003 consignatie opgelegd gekregen op zijn huisadres, waarbij hij gedurende 5 uren daadwerkelijk dienst heeft verricht. De verweerder weigerde echter om deze uren als overwerk te vergoeden, met het argument dat de consignatie in vrije uren wordt vergoed en dat er geen grond bestaat voor een afzonderlijke vergoeding van de gewerkte uren.
De rechtbank heeft de relevante wetgeving, waaronder het Algemeen militair ambtenarenreglement (AMAR) en de Regeling vergoeding voor overwerk, onregelmatigheid, beschikbaarheid en bereikbaarheid (VROB), in overweging genomen. De rechtbank concludeerde dat de toelichting op artikel 4 van de Beleidsregel Extra Beslaglegging Militair Personeel Koninklijke Marechaussee (BEBMP-KMAR) in strijd is met de hogere regelgeving. De rechtbank oordeelde dat de verweerder ten onrechte had geweigerd om de tijdens de consignatie verrichte arbeidsuren als overwerk te vergoeden.
De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser gegrond, vernietigde het bestreden besluit van 11 mei 2004 en droeg de verweerder op om een nieuw besluit te nemen in overeenstemming met de uitspraak. Tevens werd de verweerder veroordeeld in de proceskosten van de eiser, die op € 966,-- werden vastgesteld. De uitspraak biedt belangrijke inzichten in de interpretatie van de regelgeving omtrent consignatie en overwerk voor militair personeel.