ECLI:NL:RBSGR:2005:AU0870
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- D. Allewijn
- N. van der Putten
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van besluit inzake arbeidsongeschiktheid en verplichting tot nieuw medisch onderzoek
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 22 juli 2005 uitspraak gedaan in een geschil tussen de gemeente Den Haag, Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn (eiseres) en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) (verweerder). De zaak betreft de arbeidsongeschiktheid van een derde-partij, die door het UWV was meegedeeld dat hij met ingang van 1 mei 2004 geen recht had op uitkering op basis van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het UWV heeft dit bezwaar ongegrond verklaard. Eiseres is hiertegen in beroep gegaan.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er een medisch geschil bestond tussen twee artsen die de derde-partij hadden onderzocht. De rechtbank oordeelde dat het UWV niet volstond met het evalueren van de bestaande medische gegevens, maar dat nieuw medisch onderzoek noodzakelijk was. Dit was vooral relevant omdat de meningen van de artsen over de arbeidsmogelijkheden van de derde-partij lijnrecht tegenover elkaar stonden. De rechtbank concludeerde dat het bestreden besluit onvoldoende geobjectiveerd was, omdat het UWV had nagelaten om een deskundige op het gebied van psychiatrie in te schakelen voor het nieuwe onderzoek.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en het UWV opgedragen om een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de overwegingen van de rechtbank. Tevens is bepaald dat het UWV het door eiseres betaalde griffierecht van € 273,- moet vergoeden. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.